In Catherine’s introductie op de website van GroenLinks-Delft stelt zij onder meer: ‘Niet vanaf de zijlijn blijven roepen maar er zelf iets aan doen. Dat is me met de paplepel ingegoten door mijn (Franse) ouders. Wat laat mijn hart sneller kloppen? Als ik echt het verschil kan maken. Ik geloof dat ieder individu een eigen unieke mix van talenten en dromen heeft. Ik wil dat mensen de kans krijgen om die dromen te leven en zich te ontplooien. Daarbij hoort een open samenleving die ruimte en mogelijkheden geeft. Voor actie is visie nodig. Hoe moet Delft er uit zien als we de stad aan de volgende generatie doorgeven? Durven we onszelf te onderscheiden door voorop te lopen?’

Waar heb je de afgelopen periode echt het verschil weten te maken?

Armoedebestrijding, daar zou ik wel mee willen beginnen. Dat is echt een speerpunt in onze vorige campagne geweest. En er is deze raadsperiode in de aanpak vooruitgang geboekt. Aan vroegtijdige signalering bij schulden is hard gewerkt en in de armoedenota die binnenkort verschijnt wordt armoede breed gedefinieerd. En de benadering is integraal, wat inhoudt dat het gaat over alle aspecten - van menstruatiearmoede tot leerachterstanden of andere problemen bij kinderen die opgroeien in armoede. Ik pleit er ook voor dat de positie van alleenstaanden met kinderen goed en integraal tegen het licht wordt gehouden. Ik haal graag groepen uit de schaduw voor wie een blinde vlek in beleid lijkt te zijn.
De afgelopen jaren ben ik meerdere keren geïnterviewd over EMMA, Eerder Melden Minder Achterstand, een methode van vroeg-signalering bij schulden waarmee Delft  eind 2018 al is begonnen, dus ruim voordat het in 2021 een wettelijke verplichting geworden is (zie ook Incassovrije wijken dankzij EMMA | GroenLinks Delft , red.). Een politiek standpunt van GroenLinks is nu realiteit in Delft.
Ook voor de situatie van kinderen die in armoede opgroeien heeft de gemeente oog.  De gemeente betrekt  kinderen en jeugdigen daarbij. Dit is helemaal wat GroenLinks wil. Kinderparticipatie, vooral  bij onderwerpen die ze direct aangaan. Tijdens de coronacrisis heeft de gemeente snel en adequaat gereageerd door de diverse regelingen voor kinderen  zoals de computerregeling versterkt onder de aandacht te brengen én aanvragen versneld te behandelen.

Ook onderwijs zit in jouw portefeuille. Wat zijn daar grote kwesties en wat heeft GroenLinks kunnen bereiken?

Onderwijs zie ik als een terrein dat zowel groene als linkse items kent. Ik heb me bezig gehouden met de onderwijsgebouwen. Daar waren forse achterstanden wat betreft verduurzaming.  Om die aan te pakken is in de eerste plaats een goede relatie tussen schoolbesturen en wethouder nodig. In deze raadsperiode zijn daarin heel goede resultaten geboekt. Met het onlangs vastgestelde Integrale Huisvestingsplan Onderwijs, het IHP in beleidsjargon, zijn er goede afspraken gemaakt en is er bestuurlijk (financieel) commitment voor een flinke duurzaamheidsslag tot 2035. Een knappe prestatie. Zeker omdat de rijksoverheid onvoldoende bijdraagt aan de onderwijshuisvesting, ondanks haar verplichting. Daarover kan ik me heel erg opwinden. Investeren in onderwijsgebouwen is toch investeren in kinderen! In een goed en duurzaam gebouw kun je beter leren.

Daarnaast heb ik er, samen met GroenLinks-collega Klaas Herrema, op gehamerd dat er bij nieuwe gebiedsontwikkeling vroegtijdig nagedacht wordt over de vraag waar ruimte voor onderwijs gereserveerd moet worden.

Verder vraag ik namens GroenLinks aandacht voor het mbo, de techniek op alle niveaus en de maakindustrie. Een goed voorbeeld van hoe het moet is Smart Makers Delft. Ik ben blij met de toezegging van de wethouder om aandacht te geven aan het doorbreken van genderstereotypen die er over techniekopleidingen nog steeds bestaan. En ik ben er ook trots op dat in Delft leerlingen met een (arbeids-)beperking uit het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs een kans krijgen om aan hun toekomst te bouwen, mede door de goede samenwerking tussen de wethouder participatie en de wethouder onderwijs.

Ik maak mij zorgen over de afstemming van passend onderwijs en jeugdhulp. Ik krijg signalen uit de stad dat met name hoogbegaafde kinderen of meisjes met autisme onvoldoende adequaat en tijdig geholpen worden. Daar wil ik graag nog vóór de verkiezingen iets mee. Ik zie daarom uit naar een gesprek met de Samenwerkingsverbanden Onderwijs binnenkort, n.a.v. mijn vragen in de commissie.

Je heb je er ook voor ingezet dat Delft officieel een Global Goals-gemeente werd.

In de raad bereik je niets in je eentje. Het gaat om samenwerking. Daar zijn de Global Goals een goed voorbeeld van. Alleen samen zal het ons lukken om de maatschappelijke vraagstukken aan te pakken.

In 2015 heeft Nederland zich, net als alle andere lidstaten van de VN, gecommitteerd aan de Global Goals: zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen. Ze zijn relevant voor raadsleden omdat meer dan de helft van de subdoelen gaan over lokaal beleid.

In het coalitieakkoord zijn de Global Goals prominent opgenomen. Daarom is Delft genoemd als goed voorbeeld op de website van de VNG. (zie ook https://delft.groenlinks.nl/nieuws/delft-officieel-global-goals-gemeente , red.)  Sinds september 2021 is Delft officieel een Global Goals gemeente. Dit naar aanleiding van een motie van GroenLinks, ChristenUnie, PvdA en CDA, ondersteund door STIP. De raad heeft zich daarmee aangesloten bij de vele initiatieven in de stad wat betreft Global Goals. Onlangs hebben de raadsleden besloten om Global Goals te adopteren, naar het voorbeeld van de Tweede Kamer. Dit zorgt voor verbinding onderling maar ook richting de stad. Ik heb bijvoorbeeld Global Goal 6 Water geadopteerd. Net als Sylvia Grobben van Hart van Delft. Dan heb je meteen een band met elkaar, ook al deel je niet dezelfde portefeuille. Het is mooi als we deze manier van samenwerken aan de volgende raad mee kunnen geven. Een raadswerkgroep wil zich daarnaast buigen over de vraag hoe dit in beleid vertaald kan worden.

Wat zijn andere onderwerpen die je in je raadsperiode hebt opgepakt?

De motie “artikel 1 van de Grondwet op een prominente plek in Delft zichtbaar maken” heeft een bijzondere plek in mijn hart. Ik zie uit naar de uitvoering door het college, in deze raadsperiode nog. In een tijd waarin polarisatie groeit is het goed om met zijn allen te worden herinnerd aan de spelregels van de democratie. Zeker in onze stad met het Prinsenhof, Willem van Oranje en Hugo de Groot.  Ik vind de formulering van Artikel 1 gewoon briljant!  “Op welke grond dan ook”  (Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.)

Ik kijk met veel plezier terug op de samenwerking met inwoners en organisaties uit de stad. Wat een kracht! Denk aan Delft4GlobalGoals of het Platform Vrouwen in Delft of Stichting 8 maart Delft. Als GroenLinkser vind ik het belangrijk dat de gemeente goed met initiatieven van inwoners omgaat. Dit zag ik in de manier waarop de gemeente steun geeft aan Orange the World, een campagne om aandacht te vragen voor geweld tegen vrouwen (https://delft.groenlinks.nl/nieuws/stadhuis-delft-en-nieuwe-kerk-oranje-als-delftse-nee-tegen-geweld-tegen-vrouwen , red.). Onlangs zei iemand tegen mij dat ze zich als organisatie beter gehoord en serieus genomen voelen door de gemeente. Nou, dit is wat je wilt als raadslid. Slechts ingrijpen tussen gemeente en inwoners als het fout gaat.

Aan het einde van deze raadsperiode neem je afscheid. Hoe kijk je terug op je raadsperiode?

Het raadswerk is leerzaam: zo zag ik me in het gesprek over de Financiële Winkel te ver gaan in mijn doelgerichtheid. Als ik heel geëmotioneerd ben, word ik erg taakgericht en kom ik koel over. Het leek alsof het mij niet om de mensen ging. Daar heb ik wakker van gelegen. Ik hou helemaal niet van fouten maken, maar ik hou wel van leren. En ik heb er toen veel van geleerd. Sindsdien hou ik in de gaten dat ik gevoelens in mijn dadendrang niet oversla.

Ook van sommige situaties in de samenleving kan ik wakker liggen, zoals bijvoorbeeld bij de wachtlijsten voor sommige kinderen in de jeugdzorg. Waar  kunnen we op lokaal niveau  het verschil maken? Dit vraag ik me steeds af. Het is dan fijn als het lukt. Bijvoorbeeld door de positie van de raad bij de uitvoering van de regiovisie jeugdhulp te versterken of door een motie meer geld naar preventie bij jeugdhulp te vragen.

Sinds september heb ik een nieuwe baan en ik begin binnenkort aan een opleiding. Wil je met het raadswerk echt verandering teweeg brengen, dan heb je echt veel tijd en aandacht nodig. Meer doen dan alleen de stukken lezen, zoals dat je overal gaat luisteren, praten en onderzoeken. Dat kost tijd en juist van die dingen krijg ik energie. Het is veel werk achter de schermen en dat is denk ik ook eerder iets voor GroenLinks dan uit zijn op applaus.