GroenLinks-idealen in de praktijk (deel 5): raadslid Ingrid Lips
In de vorige afleveringen interviewden we Klaas Herrema, Cheraldine Osepa, Frank van Vliet en Deyar Jaff. Deze keer spreken we met Ingrid Lips. In haar introductie op de website van GroenLinks-Delft stelt zij onder meer: “Sinds 2014 zet ik me in voor een socialer Delft. Met betaalbare en toegankelijke zorg, voldoende sociale huurwoningen en banen zonder stigma, toegankelijke dienstverlening en aantrekkelijke wijken. Ik wil ervoor zorgen dat het normaal wordt dat mensen met een beperking mee kunnen doen en er bij horen.”
Hoe zou je je inzet als GroenLinks-raadslid willen omschrijven?
In de raad vertel ik hoe ik denk dat het anders kan. Dit heeft niet altijd effect, maar hiermee plant ik wel zaadjes waarvan ik veel later toch het resultaat terugzie. Mijn passie zit vooral bij zorg en welzijn. Ik wil de mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen een stem geven in de raad en werken aan het verbeteren van hun kansen.
Er zijn wat dit betreft de afgelopen jaren stappen de goeie kant op gezet. Ik vind wel dat de toegang naar de zorg van de gemeente veel laagdrempeliger kan. Het is bijvoorbeeld onduidelijk voor welke vragen je nu bij Delft voor Elkaar of bij Delft Support moet aankloppen. Voor Delft Support moet je de gemeente bellen via het 14015-nummer. Deze drempel is voor veel mensen met een hulpvraag - bijvoorbeeld voor dagbesteding of bij echtscheidingsproblematiek - veel te hoog en onpersoonlijk. Ze moeten nu meerdere keren hun verhaal doen voordat ze bij de juiste persoon terecht komen. Dat kan veel eenvoudiger en goedkoper door hierin beter samen te werken. Het zou niet moeten uitmaken waar iemand aanklopt om in één stap bij de juiste persoon terecht te komen.
Wat heb je in de afgelopen jaren bereikt?
Ik heb voor dit gesprek wat voorbeelden verzameld. Wat ze gemeen hebben is dat het allemaal over mensen gaat die vastliepen in het systeem. Ik hielp hen om dit zichtbaar te maken.
1. Het gebeurde regelmatig, dat als je werd opgenomen in een GGZ-instelling, je je huis kwijtraakte. Volgens de landelijke wetgeving wordt bij opname je uitkering niet doorbetaald. Door dit aan te kaarten is het inmiddels zo dat GGZ Delfland voor iemand meteen bij opname bijzondere bijstand regelt, waardoor vaste lasten kunnen worden doorbetaald. Dan kunnen deze mensen na hun opname weer naar hun huis en hoeven ze geen gebruik te maken van een dure opvangvoorziening van de gemeente.
2. Bij bepaalde arbeidsongeschiktheidsuitkeringen is het zo dat het financieel ongunstig is om er naast ook inkomen uit werk te hebben. De financiële winkel van de gemeente gaf daarom het advies om te stoppen met werken om niet in de schulden te komen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Ik heb daar toen met de wethouder over gesproken en het is goed opgepakt.
3. Een woningzoekende had een aanvraagformulier voor een huurwoning niet goed ingevuld, omdat ze niet wist of ze ‘doorstromer’ of ‘starter’ was. Daardoor staat ze nog langer op de wachtlijst voor een woning. Door hulp in te schakelen is dit inmiddels gecorrigeerd.
4. De gemeente heeft voor studenten met een beperking een studietoeslag, maar deze werd verkeerd toegepast en daardoor niet toegekend als een student met een beperking geen aanspraak meer kon maken op de financiële regelingen van DUO. Dus konden deze studenten, die vaak bijna klaar zijn en zicht hebben op werk vanwege financiële problemen hun studie niet afronden. Ik heb het bij de gemeente aangekaart en die heeft het meteen opgepakt om er voor te zorgen dat deze regeling wordt toegepast zoals die bedoeld is.
5. Samen met STIP heb ik met de wethouder gesproken over de zorg en ondersteuning die studenten nodig hebben bij stress en burn-out. Bij de GGZ zijn er enorme wachtlijsten. Hierdoor blijven mensen in een langere periode van stress en burn-outklachten zitten, waardoor, zeker bij jongeren, gemakkelijker psychische stoornissen ontstaan. We hebben er schriftelijke vragen over gesteld. Gelukkig gebeurt er wel het een en ander, zeker nu de situatie van studenten door corona aandacht krijgt. Het blijft wel een aandachtspunt.
Kunnen mensen in situaties zoals die je net beschreef je goed vinden?
Soms weten ze me te vinden, maar ik ga daarnaast vaak op pad. Ik praat ook met allerlei organisaties. Een leuk voorbeeld van iemand die me wist te vinden is degene die inclusief ondernemen belangrijk vindt en dat vorm wil geven voor mensen met een arbeidsbeperking: een ontwerpbureau waar die Delftenaren kunnen werken aan ontwerpen die voor dezelfde doelgroep zijn bedoeld. Als expert ben ik gevraagd om hierin mee te denken vanuit de politiek.
Ontzettend belangrijk is dat je probeert te denken vanuit de ervaring van betrokkenen. Mijn vorige baan was bij Zorgbelang, waar ik me bezig hield met cliëntenparticipatie. Daardoor kan ik voor mijn raadswerk putten uit de kennis die ik heb opgedaan door met mensen met een beperking samen te werken en hun ervaringen te horen, dit gecombineerd met de netwerken die ik de afgelopen jaren heb opgebouwd.
Horen mensen volgens jou het GroenLinks-geluid helder en duidelijk?
Ik zit niet in de raad om GroenLinks groter te maken, maar voor meer gelijkheid in de Delftse samenleving. Dat deed ik ook naast en voor mijn raadswerk en daar zal ik ook mee door blijven gaan. Soms zit het onderdeel-zijn van de politieke arena in de weg om mensen te bereiken. Mensen die de politiek niet zien zitten maar wel over een onderwerp willen meedenken, stoot je gemakkelijk af. Als je het er te dik bovenop legt dat het een GroenLinks-initiatief is, kun je de reactie krijgen dat je het voor je partij doet. Zeker in deze tijd waarin er nogal eens wantrouwen is naar de politiek en de gemeente. Als je iets in de politiek wil bereiken dan moet je dat samen met de andere politieke partijen doen, omdat je hiervoor een meerderheid nodig hebt en 7 van de 39 zetels nooit voldoende is.
Is er voor jou ergens een pareltje in je werk, iets wat je extra bezig houdt en wat je er speciaal uit zou willen lichten?
Met mijn initiatiefvoorstel ‘Welkom in de wijkcentra’ hoop ik de wijkcentra tot bruisende centra van de buurt te maken. Het voorstel , dat ik samen met actief betrokken Delftenaren heb opgesteld, bestaat uit drie punten: a. beter communiceren wat er te doen is, b. uitproberen: ontmoetingsochtenden of middagen met een welkome ontvangst en informatie door en voor bewoners , en c. het veel gemakkelijker maken voor bewoners om zelf iets te organiseren. Wat dat laatste betreft: nu is het nog zo dat als je iets voor de samenleving wilt organiseren je er huur voor moet betalen. Dat klopt niet en daardoor haken bewoners af of zoeken naar andere locaties.
Ik ben er trots op dat het Right to Challenge (recht om de gemeente uit te dagen) in de nieuwe participatieverordening is opgenomen. Deze verordening wordt deze maand in de raad vastgesteld. In de vorige raadsperiode was GroenLinks de indiener van een motie om dit in Delft in gang te zetten. Deze motie is unaniem in de raad aangenomen. Tevens was ik voorzitter van de raadswerkgroep om dit in Delft operationeel te maken. Kan een groep buurtbewoners een taak van de gemeente beter of goedkoper overnemen? Dan kun je een aanvraag doen en de taak in eigen beheer nemen. (https://delft.groenlinks.nl/nieuws/right-challenge-gestart-delft, red.) Het in eigen beheer nemen van de skatebaan is een mooi voorbeeld. En onlangs hoorde ik tijdens de wijkwandeling in Voorhof, dat Taste ook nog steeds plannen heeft om van het Right to Challenge gebruik te maken voor een buurttuin bij de flats waar veel eenzame (internationale) studenten wonen.
Waar zou je in de komende campagne de nadruk op willen leggen?
De verbonden stad, het koesteren van de diversiteit wordt naar mijn idee een belangrijk thema tijdens de aankomende verkiezingen.
Of je nu student bent of niet, of je in de binnenstad woont of in de wijken van Delft, wat ook je achtergrond of gender is, of je in een huur- of koopwoning woont: GroenLinks is er voor alle inwoners en dat zullen we ook in de campagne duidelijk moeten maken. We zijn een partij die wil verbinden. Ik hou van Delft juist vanwege de enorme diversiteit van Delftenaren. Laten we ons richten op verbindende thema’s, het probleem (woonoverlast, te hoge huur- en koopprijzen voor woningen) benoemen en aanpakken en niet wijzen naar bepaalde groepen Delftenaren. Maak vooral voorbeelden zichtbaar waarin Delftenaren iets voor elkaar betekenen. Laat je niet door de (sociale) media tegen elkaar opzetten, maar laat wel duidelijk blijken dat je het niet oké vindt.
Een mooi voorbeeld hiervan is de ‘Verbindingsdag’ in Poptahof. Twee vrouwelijke bewoners Sherida en Soraida, de één uit Poptahof-Zuid en de ander uit Poptahof-Noord hebben de handen ineen geslagen om bewoners bij elkaar te brengen in hun wijk. Een geslaagde dag vol ontmoeting in Poptapark.
Andere voorbeelden: de Clean-up van het corps tijdens de OWEE, en de studenten die bij Delft Bloeit wonen en samen met cliënten van Perspektief en ouderen activiteiten organiseren.
Ook de TU Delft en de gemeente moeten veel minder een gescheiden wereld zijn. Laat Delftenaren en de gemeente veel meer profiteren van de innovaties die de TU mogelijk maakt en werk meer samen om elkaar te versterken.
Wil je nog iets kwijt wat tot nu toe niet aan de orde is gekomen?
Raadslid zijn is een bijzondere ervaring en een mooie functie. Het is ook heel intensief, omdat zeker nu we de grootste partij zijn in Delft de verwachtingen hoog gespannen zijn richting GroenLinks fractie en wethouder. De grootste uitdaging heb ik altijd gevonden om dit te combineren met mijn werk als beleidsmedewerker bij Minters, dienstverlening in Welzijn, vier dagen in de week en om voldoende tijd en aandacht te hebben voor mijn familie en mijn eigen gezondheid. Voor mij is het tijd om het stokje na acht jaar over te dragen. Daarom heb ik besloten om mij niet opnieuw verkiesbaar te stellen voor de volgende periode en in maart 2022 afscheid te nemen van de gemeenteraad.