In de vorige afleveringen interviewden we Klaas Herrema en Cheraldine Osepa. Deze keer spreken we met Frank van Vliet, onze fractievoorzitter. In zijn introductie op de website van GroenLinks-Delft stelt hij onder meer: “samen maken we de stad! Inwoners, ondernemers, organisaties en de gemeente. En samen zijn we verantwoordelijk voor de stad: voor onze gezondheid, ons geluk en onze toekomst. Dit vraagt dat we goed luisteren naar elkaar, onze ambities delen en allemaal onze verantwoordelijkheid nemen. Als gemeenteraadslid zie ik mezelf als onderdeel van die samenwerkende stad en treed ik graag op als verbinder. Daarbij staat mij duidelijk een doel voor ogen: een duurzame stad waarin we eerlijk delen en waarin we het opnemen voor wie kwetsbaar is. Als fractievoorzitter kan ik mij maximaal inzetten vanuit mijn rol als verbinder. Graag ga ik in gesprek en altijd onderzoekend wat mensen drijft en hoe wij iets moois kunnen maken van de stad!”

In de introductie op de site leg je dus sterk de nadruk op het samenwerken, de verbinding. …

Datgene waar GroenLinks Delft voor staat berust op drie pijlers: duurzaam, sociaal en ‘samen met de stad’. Als fractie hebben we uiteraard de taken verdeeld en ik heb me de afgelopen jaren onder meer sterk gemaakt voor die derde pijler, de samenwerking tussen raad en bewoners van de stad. Hoe zijn wij echte volksvertegenwoordigers? Heel leuk om daar, met onze fractieleden en de andere fracties in de raad, aan te werken. De bedoeling is om het stadhuis een bijenkorf te laten zijn waar mensen in en uit kunnen lopen, ideeën kunnen aandragen en bij alle fasen van besluitvorming betrokken zijn. We waren hiermee net op weg toen de pandemie uitbrak. Hopelijk kunnen we na de zomer eindelijk  naar een manier van ontmoeten gaan waarin echte uitwisseling plaatsvindt. Het klassieke inspreken in de commissie moet er ook zijn, maar geldt als laatste redmiddel. Liever spreken we ruimschoots daarvoor met betrokkenen,  denken samen met bewoners na over perspectieven, en van verschillende kanten wordt het hopelijk geven en nemen. Ik verheug me erop!

Ook het college werkt in deze richting. Soms gaat het nog wel eens mis, zoals bij de herinrichting van straten in Hof van Delft bij de vervanging van de riolering. Daar hadden bewoners veel eerder bij betrokken moeten worden. En ik baal van de manier waarop de discussie over parkeren is verlopen. Zelf heb ik daarbij ook steken laten vallen. Er zijn mensen tegenover elkaar komen te staan, terwijl je elkaar, daar ben ik van overtuigd, vaak had kunnen vinden door op een wat hoger niveau – hoe wil je dat je directe leefomgeving eruit ziet? – met elkaar in gesprek te gaan. Als bestuur wil je iets bereiken voor de stad, bijvoorbeeld de stad vergroenen. Het gesprek met bewoners moet dan dus ook daar starten: hoe gaan we dit samen bereiken. 

Van deze ervaringen kunnen we leren om het nog beter te doen.

Je hebt je ook veel bezig gehouden met duurzaamheid  in de stad. Hoever zijn we?

Als eerste: onze wethouder Stephan Brandligt is daar hartstikke goed mee bezig. Hij ontwikkelde een grote lijn richting duurzaamheid en zag het belang om Delft aan te sluiten op het regionale warmtenet. Dat moet heel veel huizen op korte termijn van het gas af krijgen. Het valt niet mee om bewoners mee te nemen in de besluitvorming over deze grote lijn. De volgende stap bij verduurzaming van de stad zal zijn om veel naar de wijken te gaan en daar te overleggen.

GroenLinks wil veel en ook de gemeente wil veel, maar we zitten helaas wel met beperkte financiële middelen.  

Over de krappe kas hoor je Delft inderdaad regelmatig. Wat gaat er mis?

De gemeente heeft veel te weinig geld en bevoegdheden. Het Rijk heeft veel gedecentraliseerd, maar heeft daarbij de sturingsmogelijkheden niet uit handen gegeven. Een mooi klein voorbeeld dat nu speelt: de Tweede Kamer overlegt of gemeenten hondenbelasting mogen heffen. Waar bemoeit die Kamer zicht mee? Los van of het een goed idee is, het is een miskenning van de lokale democratie.
Een ander goed voorbeeld is natuurlijk de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning, red.).  Het Rijk heeft daar bepaald wat de hoogte is van de eigen bijdrage in de kosten van zorg en ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp. Als gemeente zou je daar graag in willen variëren om het betaalbaar te houden, maar die mogelijkheid wordt ons ontnomen.

Wat is de kracht van onze stad en hoe kunnen we die beter benutten?

Ik zie de gemeentelijke organisatie als onderdeel van een netwerk waarin ook heel veel anderen bezig zijn met de stad. Nog te vaak tref ik mensen die initiatieven willen ontplooien en zich geremd voelen door de gemeente. Dat moeten we echt veranderen. En initiatieven van hoogopgeleiden die de weg weten mogen niet meer kans maken dan die van anderen, wat nu nogal eens het geval lijkt. In sommige wijken moeten we dus meer doen dan nu gebeurt. Nu er wat betreft corona weer meer mogelijk wordt, moeten we snel de draad van samenwerken met de stad weer oppakken.
Wat ik steeds weer prachtig vind om te zien, is hoeveel energie er in de stad zit. Er zijn zoveel initiatieven, goeie ideeën en plannen! Het is essentieel om die energie volledig te benutten.

Vind je dat GroenLinks goed uit de verf komt, zowel programmatisch als naar de bewoners van Delft?

Wat betreft het coalitieakkoord: ja. Er kan nog meer uitgehaald worden, maar het is een goed akkoord. Gezien de omstandigheden – de pandemie – en de beperkte speelruimte van de gemeente maken we goeie keuzes, en de invloed van GroenLinks is groot. We mogen er trots op zijn. In veel opzichten is het moeilijk is om dit zichtbaar te maken en misschien moeten we het beter leren ‘verkopen’. Neem bijvoorbeeld de manier waarop Stephan aan de slag is gegaan met de logistieke zones en milieuzones: grote en vervuilende vrachtwagens worden stap voor stap teruggedrongen uit de stad. Delft loopt wat dit betreft voorop.  

Verder: is het glas half vol of half leeg? Veel moet anders en het is logisch dat soms de verzuchting klinkt hoe het kan dat dit of dat nog niet is bereikt. 

Wat we trouwens ook wel wat meer mogen benadrukken is, dat we een echte stadspartij zijn. Onze fractie heeft wortels in alle wijken van de stad, divers in leeftijd en achtergrond, en komt juist op voor mensen en wijken waar het niet vanzelf goed gaat. 

Tot slot: wil je nog iets vertellen over je inzet voor vergroening van de stad?  

Natuurlijk! Dat houdt me heel erg bezig. Vergroening heeft met zoveel te maken: met klimaatadaptatie, met biodiversiteit, met een leefbare stad… Leven in een groene omgeving: zoveel mensen willen dit en vrijwel raadsbreed leeft het.  Delft zet stappen, maar van mij mag het harder gaan. Ik zou willen dat waar er ook maar aan de openbare ruimte wordt gewerkt, je na de werkzaamheden meer groen ziet dan daarvoor. Dus niet dat er alleen klinkers liggen in plaats van asfalt.. Daarom is het zo belangrijk dat we de ideeën uit het boekje Dertig groenideeën voor Delft handen en voeten gaan geven.