Waren de afgelopen jaren zoals je had verwacht?

Nee, niet bepaald. In de eerste plaats hadden we net grote bezuinigingen achter de rug en wilden gaan opbouwen; terwijl we nog op de bodem zaten, ontstonden de tekorten in het sociaal domein. In de tweede plaats kregen we te maken met corona. Het beeldschermwerken heeft het besturen en politiek bedrijven erg beïnvloed. De smeerolie van het besturen is dat je elkaar tegenkomt, ziet en ook informeel spreekt. Zonder dat gaat het stroever en ontstaan er gemakkelijker misverstanden. Er is dus minder effectiviteit. Vóór corona kwam ik overal; in de stad maar ook in de regio en verder, tot en met Europa. Ik heb gemerkt hoe essentieel dat voor de politiek is.

Corona gaat niet meer weg. We moeten daar dus iets op vinden. Veel projecten zijn ook verschoven. Neem de Schieoevers: ik had verwacht dat we verder zouden zijn, dat het bestemmingsplan klaar zou zijn. Dat wordt nu eind van het jaar. Zonder corona was er meer kans geweest dat het er nu wel zou liggen. Bij het warmtenet kun je iets dergelijks ook zien.

Los van de pandemie is het zo, dat we als arme gemeente te weinig mensen hebben om alle taken te vervullen en bovendien kampen met personeelstekort door de krapte op de arbeidsmarkt.

Het kraakt dus bij ons met zo’n magere startpositie, ook nog eens tussen grote gemeenten die aantrekkelijk zijn voor werknemers. Den Haag zelfs met een plaatselijke, provinciale en landelijke overheid. De andere kant is dat we voor mensen ook aantrekkelijk kunnen zijn, met onze kleinere schaal en korte, directe lijnen in het gemeentelijk apparaat plus de dynamiek van de TU, start-ups, en bijvoorbeeld YesDelft!.

Al met al een wat somber beeld. Er is ondertussen toch wel veel gebeurd?

Ja, gelukkig wel. En ik vind het nog steeds heel leuk werk. Ik doe het nu tien jaar en het is de leukste baan die ik ooit heb gehad. Toch is het ook goed dat er nu weer nieuwe mensen nieuwe impulsen kunnen geven. Terugkijkend op die tien jaar zijn er veel dingen waar ik tevreden op terug kijk.

Eén van mijn eerste resultaten was de oprichting van Werkse!  (Werkse! begeleidt Delftenaren met een afstand tot de arbeidsmarkt naar passend werk, red.). Dat was een groot project en we zijn nog steeds blij dat we dat gedaan hebben.

Ten tweede: Avalex. Een paar jaar geleden was er altijd gedoe, met veel klachten. We hebben bij Avalex heel veel veranderd, waarvan het meeste voor de burger onzichtbaar is gebleven. Die heeft heeft wel het resultaat gemerkt: de klanttevredenheid is het afgelopen jaar, ondanks corona, flink gestegen naar 7,4! Heel mooi vind ik ook dat het gelukt is om de verwerking van ons afval in publieke handen te houden.  Aanvankelijk was de meerderheid voor een aanbesteding om een commerciële partij te contracteren. Ik wilde als enige via een inbesteding (= in eigen beheer) een publieke afvalverwerker. Dat is HVC geworden, waarvan Avalex nu mede-aandeelhouder is geworden.

Qua kosten zijn we hierdoor zeker niet slechter uit: door een publieke partij te kiezen gaan we een lange-termijnverbinding aan en kunnen dus investeringen over langere tijd uitsmeren. Private bedrijven kunnen zoiets niet doen, want die moeten iedere 4 of 5 jaar opnieuw aan een aanbesteding meedoen. Nog belangrijker: duurzaamheid staat nu centraal bij de verwerking van ons afval tot grondstof!       

Een derde voorbeeld is WarmtelinQ. Daar heb ik veel tijd en energie in gestoken, ook al in de vorige perioden. Nu komen er in de regio warmtenetten, en dat is een snelle manier om in de gebouwde omgeving de CO2-uitstoot te verminderen. Het warmteplan dat afgelopen december in de raad is aangenomen is goed, eenvoudig geschreven en met de juiste mate van concreetheid. Het warmtenet gaat de goede kant op en de RES (Regionale Energie Strategie, red.) van 23 gemeenten, 4 waterschappen en de provincie, die ik als voorzitter heb getrokken, is aangenomen.

Tenslotte Schieoevers: er is ontzettend veel werk verzet en we zijn bijna klaar met de voorbereidingen. Het laatste document is het bestemmingsplan en dat zal in maart voor iedereen ter inzage gelegd worden. Nu zie je al de aanleg van een tijdelijk park, maar volgend jaar gaat er gebouwd worden. De menging van werken en wonen die daar gaat ontstaan zie je in Nederland nog maar weinig. Echt bijzonder.

En wat ging er minder? Je noemde in het begin van het gesprek al even een paar dingen.

Problematisch zijn de uitgaven in het sociaal domein, met name de jeugdzorg. De gemeente moet alle kosten vergoeden, maar het stuur - de bevoegdheden en de instrumenten - hebben wij niet in handen. De overschrijdingen moeten we compenseren en dat zie je in alles: overal schrapen we en allerlei tarieven gaan omhoog.

Vooral bij jeugdzorg zien we grote tekorten. Dit leek opgelost te zijn door de uitspraak van een ‘commissie van wijzen’ waardoor gemeenten meer geld en meer bevoegdheden kregen. Het nieuwe kabinet heeft echter zonder overleg besloten deze afspraak te schenden door weer 500 miljoen extra te bezuinigen op de jeugdzorg.

De relatie lokale- en landelijke overheid is op veel dossiers niet best. Ondank de ‘nieuwe bestuurscultuur’ is er nog weinig verbetering te zien op dit punt.. . Voor de energietransitie zijn er wel mogelijkheden om samen met Rijk flinke stappen te zetten, al zal dat nog afhangen van hoe het regeerakkoord precies wordt uitgewerkt.

Hoe ervaar jij in de praktijk de verhouding tussen wethouderschap en GroenLinkser zijn?

Daar heb ik zelf nooit moeite mee gehad. Het hele gemeentelijke apparaat is ook wel ingesteld op GroenLinks, omdat wij eigenlijk altijd in de coalitie zitten. Dat is anders dan bij veel andere gemeenten, waar GroenLinks soms wel en soms en dan weer niet in een coalitie zit. De gemeenteraad is ook progressiever dan in veel andere gemeenten. Mensen van buiten vinden het soms weinig politiek, een indruk die ontstaat omdat we veel samenwerken. Daar bereik je, vind ik, ook echt meer mee. Nadeel is dat je je als partij minder kunt profileren, dat minder dan elders zichtbaar is wat van GroenLinks komt.

Door deze sfeer binnen de gemeente heb ik het ook tien jaar volgehouden. Ik was anders veel meer energie kwijt geweest met politieke spelletjes en dat is niet zo effectief. Het past ook niet bij mij: ik ben meer een bestuurder dan een vertegenwoordiger. Mijn doel is niet om politiek te bedrijven maar om iets te bereiken.

Na deze periode als wethouder zie ik voor mezelf een toekomst in de energietransitie. Ik zal geen reizende wethouder worden – dus ik ga niet elders als wethouder aan de slag.

Wat komt er de komende maanden nog aan?

We gaan er heel hard aan trekken om het bestemmingsplan Schieoevers nog voor de verkiezingen in procedure te krijgen. Voor het warmtenet hoop ik dat er nog een zogenaamd conditioneel investeringsbesluit genomen wordt door alle partijen die hieraan meedoen. Voor het gemeentelijk deel van de investering heeft de gemeenteraad al groen licht gegeven, maar het gaat om heel veel partijen die hier ook hun goedkeuring nog aan moeten hechten.

Hoe heb je, ten slotte, de samenwerking binnen het college en met de raad ervaren, in met name de laatste periode?

Ik ben trots op de manier waarop het college in moeilijke omstandigheden geopereerd heeft. Als collectief zijn we ook in deze pandemie bij elkaar gebleven. We hebben het beste eruit gehaald. Ik ben ook blij met de goede samenwerking met de raad. In Delft gaat het gelukkig vooral over de inhoud en niet over de poppetjes.        

Voor wie meer wil lezen: in het AD van 29 januari j.l. stond een gesprek met Stephan.