GroenLinks heeft in de commissievergadering van 20 november haar zorgen geuit over Iraakse Delftenaren, die in afwachting zijn van een nieuwe verblijfstatus en uitgeprocedeerde asielzoekers. GroenLinks betreurt het, dat de gemeente geen financiële hulp kan bieden. Waardering is er wel voor de druk, die het College uitoefent op het Rijk om snel met een oplossing te komen.

In Delft is een Iraaks gezin bekend dat niet terug hoeft naar Irak. Vanuit het Rijk wordt erkend, dat de situatie vanwege de strijd met IS niet veilig is. Ze moeten echter een periode zonder inkomsten zien te overbruggen in afwachting van het verlenen van een nieuwe verblijfstatus door de IND. Hoeveel gezinnen er in Delft zijn met een vergelijkbare situatie is niet bekend.

Het Europees Comité voor Sociale Rechten heeft de uitspraak gedaan dat het in strijd is met de mensenrechten om uitgeprocedeerde asielzoekers geen onderdak en voedsel te bieden. Minister Teeven maakt echter geen haast om een bed, bad en brood regeling te bieden aan uitgeprocedeerde asielzoekers.

Tijdens de commissievergadering maakt Wethouder de Prez duidelijk, dat de gemeente niet in de positie is om voorzieningen te verstrekken, zoals inkomsten en huisvesting. De bed, bad en broodregeling, waar een persoon of gezin zonder verblijfstatus aanspraak op zou moeten kunnen maken, is een voorziening van het Rijk. Voor de specifieke situatie van het Iraakse gezin geldt, dat ze een herhaalde aanvraag kunnen indienen bij het AZC. De uitspraak van het Europees comité heeft geen rechtskracht. Het College wacht de reactie hierop van de regering af. Het College zet zich wel in voor deze groep mensen. Door bij het Rijk aan te dringen op een snelle besluitvorming, zodat er niet onnodig met mensen gesold hoeft te worden.

GroenLinks heeft waardering voor vrijwilligers, die zich bekommeren om het Iraakse gezin en o.a. geld voor hen inzamelen. Dit zou niet nodig moeten zijn. Het wordt hoog tijd, dat het Rijk hierin zijn verantwoordelijkheid neemt.