De dag begin ik met de opdrachtgever en projectleider voor de aanpak van de Gasthuisplaats. Binnenkort gaat er een uitvraag naar drie landschapsarchitecten om een aanpak te presenteren en we gaan hun voorstellen beoordelen samen met bewoners, ondernemers en organisaties in de stad. Ik ben razend benieuwd! Daarna bespreken we de hoofdlijnen van onze nieuwe visie op de openbare ruimte. De voetganger staat op één en we hebben veel aandacht voor groen en biodiversiteit. Maar hoe gaat dat eruit zien? Ik zie de eerste kaartjes en voorbeelduitwerkingen voor het straatbeeld. Goed als dit straks ons nieuwe uitgangspunt wordt.

Met onze directeuren bespreek ik alle voorstellen in mijn portefeuille voor de Kadernota, de opmaat naar de begroting voor volgend jaar. Een heidense klus, want we hebben veel ambities maar weinig middelen. Onze gemeenteraad wil echt stappen vooruit zetten op zowel het vergroenen van de stad als ‘cultuur voor iedereen’. En we spreken ook over luchtkwaliteit, de verhuizing van onze archeologische dienst, de verduurzaming van ons vastgoed. Kernpunt: eerst afmaken waar we mee bezig zijn. De agenda is zoals gebruikelijk nog veel langer: waar gaan de vrachtwagens naartoe die nu nog langs de Schie staan geparkeerd? Wat wordt de toekomst van Westvest 9? En we bespreken een overeenkomst over de ontwikkeling van de Kop van de Buitenhof. Bouwen aan de toekomst van de stad.

In de middag open ik aan het Agathaplein het nieuwe informatiepunt voor de verbouwing van Museum Prinsenhof. Hier kan iedereen de plannen bewonderen en straks ook zien hoe het staat met de voortgang. Samen met buurtbewoners en vrijwilligers brengen we een toast uit. Aansluitend bespreek ik lopende zaken met de Museumdirecteur. Terug op het Stadskantoor voer ik samen met collega Martina Huysmans een gesprek met onderzoekers van de Rekenkamer over het onderhoud van onze bruggen en andere civiele “kunstwerken”. Een belangrijk onderwerp en niet zonder zorgen. Het lukt ons de laatste jaren om een achterstand in te lopen, maar tegelijkertijd zien we dat de opgave groot is en de beschikbaarheid van mensen te klein. Daar kampen alle overheden mee. Daarom werken we o.a. goed samen met andere historische steden met grachten.

Met het avondeten ben ik thuis; dat is een uitgangspunt waar ik zoveel mogelijk aan vast houd (en wat gelukkig goed lukt). We praten lekker bij en er is tijd voor wiskunde-huiswerk. Dan door naar de fractievergadering in het Stadskantoor. Altijd weer fijn om de fractie te zien en met elkaar terug- en vooruit te blikken op ons politieke werk. We blikken o.a. terug op een bewogen commissie-vergadering over het Rietveldtheater. Ik besluit de avond op de bank met een alcolholvrij biertje, een enkel mailtje en de laatste stukken voor de B&W-vergadering van dinsdag. De kop van de week is er weer af!