Reeds in twee voorafgaande raadscommissievergaderingen, heeft GL samen met CU en D66 gepleit voor het besteden van aandacht aan het Delftse slavernijverleden middels het verrichten van onderzoek - net als in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, en Den Haag reeds gebeurd is. Ook hebben partijen voorgesteld dat 2023 het themajaar wordt voor het herdenken van 150 jaar afschaffing van slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden. Pas in 1873 werd het staatstoezicht op de totslaafgemaakten beëindigd.
Het College had al toegezegd om aan het begin van het themajaar de resultaten van een basisonderzoek door het Stadsarchief Delft te presenteren dat gaat over het aandeel van Delft tijdens de slavernij. Met dit onderzoeks-scenario zou 400 werkuren en 32.000 euro gemoeid zijn, en een feitenrelaas worden aangeboden.
Met eigen VOC- en WIC-kamers in Delft achten de partijen die het amendement mede met D66 indienden het aandeel van Delft evident en ook belangrijk genoeg om middels een volwaardige onderzoek in kaart te brengen. Op deze manier kunnen de verkregen resultaten, middels gedegen bronnen onderzoek gepresenteerd worden in de vorm van onderwijsprojecten, lezingen en andere activiteiten – plannen niet alleen gedurende het themajaar maar ook nog voor ver daarna.
Door een verdubbeling van de te investeren werkuren en het reeds toegezegde bedrag kunnen de opgehaalde resultaten van een completer onderzoek beter landen in de stad. Een volwaardig onderzoek doet ook recht aan dit pijnlijke stuk geschiedenis dat ondanks onderbelichting ook onderdeel vormt van de geschiedschrijving van Delft.
Het nu uit te voeren volwaardig onderzoek draagt tevens beter bij aan de maatschappelijke discussie over de doorwerking van de slavernij en het kolonialisme. Meer kennis over het slavernijverleden van onze stad verrijkt het bewustzijn om korte metten te maken met racisme, discriminatie en uitsluiting en leidt tot meer verbinding, verdraagzaamheid en hopelijk ook verzoening.