De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor schuldhulpverlening. Steeds meer complexe schuldensituaties ontstaan doordat de vaste lasten van inwoners sterker stijgen dan hun inkomen. Dit is vooral het geval bij inwoners met een inkomen op het sociaal minimum. De hoogte van het inkomen is achtergebleven bij de stijging van de vaste lasten, zoals huur, energielasten en zorgkosten. Dit blijkt uit onderzoek van het Nibud en wordt herkend in  de Nota Schuldhulpverlening Delft 2019-2022.

Een verhoging van het wettelijk minimumloon kan bijdragen aan de achtergebleven stijging van het inkomen. Daarom heeft GroenLinks, samen met de SP, de PvdA, het CDA, Onafhankelijk Delft en de CU de gemeente Delft opgedragen om gehoor te geven aan de oproep van "Delft Voor 14" en na uitspraak van de raad een brief te sturen aan de landelijke regering. “Delft voor 14” is de lokale afdeling van de campagne ‘Voor 14’, een initiatief van vakbond FNV om het wettelijke minimumloon in Nederland te verhogen naar €14,- bruto per uur.

GroenLinks Delft is uiterst voorzichtig met het aankaarten van landelijke onderwerpen op lokaal niveau. Maar de hoogte van het wettelijk minimumloon heeft direct effect op de gemeente en de beleidsterreinen die haar wettelijk aangaan, zoals schuldhulpverlening. Daarom maken we hier een uitzondering.

Als in je woning waterschade ontstaat omdat het water op de verdieping boven jou overloopt, ga je naar boven, klop je aan en ga je het gesprek aan om een oplossing te vinden. Zo is het ook in de Nederlandse bestuurlijke inrichting, die vaak beschreven wordt als een huis. Het huis van Thorbecke, genoemd naar de man achter de grondwetsherziening van 1848. Een huis met drie verdiepingen: boven het Rijk, dan de provincies en beneden de gemeenten.

GroenLinks vindt dat de gemeente op haar verdieping met waterschade geconfronteerd wordt. Hoogste tijd dus om het gesprek met de bovenverdieping aan te gaan. In het verlengde van de eerder door Delft mede  ingediende VNG-motie “Gemeenten hebben acuut meer structureel geld nodig”.