Toen ik twee jaar geleden aan de slag mocht als commissielid van onze mooie fractie werd het me al snel duidelijk waar mijn meeste aandacht naar uit zou gaan. Jeugdzorg is een thema waarvan iedereen het belang erkent en dat regelmatig het nieuws haalt met de misstanden en wachtlijsten die er zijn. In 2015 is de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij de gemeenten gelegd; hierbij is er gelijk een hoop bezuinigd, omdat gemeenten hun inwoners beter zouden kennen en dus efficiënter hulp op maat zouden kunnen bieden. Gemeenten moesten dus heel snel leren hoe ze dit moeilijke thema moesten oppakken, vaak met minder geld dan het Rijk er in het verleden voor had. Dit heeft in eerste instantie tot vertragingen geleid. Het zorgde ook, misschien nog wel belangrijker, voor nieuwe vormen van samenwerking. Veel van onze Jeugdzorg wordt namelijk niet door Delft ingekocht, maar bovengemeentelijk door een samenwerkingsverband dat sinds dit jaar de H9 heet.

De H9 is een bovengemeentelijke samenwerking van de gemeenten Westland, Den Haag, Wassenaar, Midden-Delfland, Rijswijk, Zoetermeer, Pijnacker-Nooddorp, Leidschendam-Voorburg en natuurlijk Delft. Deze gemeenten werken samen, omdat het inkopen van zorg samen schaalvoordelen oplevert en de inwoners binnen deze gemeenten zo beter geholpen kunnen worden. In deze samenwerking zitten de wethouders van de gemeenten aan het stuur. Namens Delft is wethouder Gooijer verantwoordelijk en naar mijn idee doet zij dit uitstekend. Dit maakt het echter als raads- en commissieleden soms lastig om hier een politieke inbreng aan te geven. Veel beslissingen die worden genomen moeten wel goedgekeurd worden door de raad, maar als wij input willen geven aan het opstellen van beleid is dit proces minder transparant. We kunnen als raad alleen standpunten meegeven aan onze wethouder. Daarbij komt nog dat verschillende onderdelen van de jeugdzorg in verschillende samenwerkingsverbanden worden opgepakt. De H9 is het belangrijkste verband en is verantwoordelijk voor het grootste onderdeel, namelijk jeugdhulp.

Al met al betekent dit dat ik als commissielid af en toe door de bomen het bos niet meer zie. Gelukkig is er een aantal punten waar we wel direct op kunnen sturen. Het belangrijkste is preventie. Als gemeente wil je namelijk voorkomen dat mensen zorg nodig hebben, want in de beste situatie heeft niemand de hulp nodig. Hierdoor hebben we regelmatig debatten over de samenwerking met onderwijsinstellingen, buurthuizen voor jongeren en andere instellingen die direct in contact staan met jongeren. We hopen dat als we problemen vroeg doorhebben en hierbij snel hulp bieden erger wordt voorkomen. GroenLinks vindt dat het bieden van ondersteuning nú ernstige problemen in de toekomst kan voorkomen en we sturen dan ook aan op samenwerking met en tussen partijen die de jongeren veel zien.

Een ander belangrijk sturingsmoment was afgelopen maand. Hier werden de nadere regels jeugdhulp gemeente Delft besproken. Dit houdt in dat de regionale afspraken die in de H9 zijn gemaakt een Delftse uitwerking moeten krijgen en hier kunnen we als gemeente regels voor opstellen. Deze regels zijn super juridisch van aard en spreken vooral over welke verantwoordlijkheden wel en niet bij de gemeente liggen en wat ouders moeten doen om gebruik te kunnen maken van de hulp die de gemeente biedt. GroenLinks schrok in eerste instantie heel erg van deze regels, omdat de focus van de gemeente op jeugdzorg hier niet in staat. Wethouder Gooijer heeft uitgelegd dat deze regels een ander doel hebben dan de beleidsstukken over jeugdhulp, die wel maatwerk en de helpende hand beschrijven. Daarom heeft GroenLinks zich ingezet om dit niet alleen voor ons, als raads- en commissieleden, maar ook voor de Delftse inwoners duidelijk te maken. We hebben voor elkaar gekregen dat niet alleen de regels op de site van Delft Support staan, maar dat daarbij ook in begrijpelijke taal wordt beschreven wat er met de regels bedoelt wordt en dat de beleidsstukken van de visie, dus hoe de gemeente Delft wil omgaan met inwoners, er duidelijk bij benoemd worden. Op deze manier proberen we als Delftse GroenLinksfractie in het ingewikkelde vakgebied Jeugdzorg toch het verschil te maken voor onze inwoners.