Op donderdag 17 oktober vonden in de gemeenteraad van Delft de Algemene Politieke Beschouwingen plaats. Hiermee heeft de raad een start gemaakt met de behandeling van de Programmabegroting 2014-2017.

Voorzitter, collega-raadsleden en beste aanwezigen,

Delft bezuinigt voor het 4e jaar op rij. Het Delftse college stelt een kleine € 12 miljoen extra bezuinigingen voor. En daarmee staat de bezuinigingsteller nu op € 57 miljoen. Een astronomisch bedrag – veroorzaakt door de bezuinigingen van het VVD-PvdA-kabinet en door lokale oorzaken zoals gebiedsontwikkelingen in de Spoorzone en Harnaschpolder. GroenLinks realiseert zich dat het geen eenvoudige klus is om in deze tijd een begroting te maken. Dat lastige keuzes gemaakt moeten worden.

Het vet is allang van de botten en de kaasschaaf voldoet ook niet meer. Nu nog € 12 miljoen extra bezuinigen betekent principiële keuzes maken. Het college heeft dat, zo lezen we in de begroting, gedaan door nog strikter te kijken naar de rol van de gemeente – door zichzelf af te vragen: waar is de gemeente van en waar is de gemeente niet van? En ook door te kiezen voor twee thema’s: de ‘stad van innovatie ‘en ’ de participatiesamenleving’.

Werk

Allereerst ga ik op deze thema’s nader in. Te beginnen met de stad van innovatie.Bij de bespreking van de Kadernota was GroenLinks tevreden dat het college na lang aandringen koos voor een bredere blik op de kenniseconomie – de focus op de kenniseconomie moet volgens ons banen opleveren voor álle Delftenaren, ook voor lageropgeleiden! Alleen dan zijn investeringen in de kenniseconomie immers te verkopen aan Delftenaren, die zien dat de gemeente bedrijfsverzamelgebouwen financiert, maar bieb en buurthuizen sluit. Toen het college dit voorjaar in de Kadernota voorstelde jaarlijks € 1,25 miljoen te investeren in de kenniseconomie was GroenLinks dan ook kritisch en ging onze fractie akkoord met de toezegging van het college dat de verdeling van dit geld gespecificeerd zou worden naar project en wijze van financiering.

GroenLinks is toch wat teleurgesteld met het bestedingsoverzicht. We zien in de begroting dat meer dan de helft van de € 1, 25 miljoen wordt besteed aan een potpourri aan projecten, waarvan GroenLinks zich afvraagt of de gemeente daar nu geld in moet steken en of iedere euro optimaal rendeert – congresacquisitie? actieprogramma bind de kenniswerker? internationale basisschool? We investeren liever direct in banen. Maak bijvoorbeeld een verbinding tussen de kenniseconomie en het actieplan jeugdwerkgelegenheid. Voorzitter, GroenLinks is nog niet overtuigd van dit bestedingsvoorstel en overweegt daarin wijzigingen aan te brengen. We gaan de discussie graag aan in de commissies.  

Rol van de gemeente

De afgelopen jaren hebben we in deze zaal vaak gesproken over de rol van de gemeente en het begrip regiegemeente. Het perspectief in de voorliggende begroting lijkt veranderd, want het begrip regiegemeente is vervangen door de participatiesamenleving. Van top-down naar bottom-up? Nou, dat spreekt GroenLinks wel aan!

Tenminste, als de participatiesamenleving maar geen excuus is om te bezuinigen. Het kan geen ‘zoek het zelf maar uit’-samenleving zijn en die indruk wordt her en der in de begroting wel gewekt. Het gaat vaak over wat we niet van de gemeente kunnen verwachten, in plaats van wat we wel van de gemeente kunnen verwachten. De participatiesamenleving kan wat GroenLinks betreft niet in de plaats van de verzorgingsstaat komen. Zekerheid moet er altijd zijn voor mensen die kwetsbaar zijn.

De nadruk op de participatiesamenleving gaat in deze begroting ook gepaard met een morele oproep, namelijk dat mensen meer zelf moeten doen. Alsof mensen niet al veel zelf doen! In Nederland zetten ruim 5 miljoen mensen zich vrijwillig in voor van alles en nog wat. Er zijn ook in Delft heel veel vrijwilligers actief – als mantelzorgers, bij sportverenigingen, bij de Voedselbank, in ontmoetingsruimten zoals de Jessehof, in het Rietveldtheater, bij migrantenorganisaties, bij natuur- en milieucentrum De Papaver en ga zo maar door. Mensen wíllen ook veel zelf doen. Ze hebben daarbij een gemeente nodig die mobiliseert, coördineert en financieel ondersteunt. Geen gemeente die voorkauwt en voorschrijft. Geen gemeente die zich helemaal terugtrekt.  

Het is utopie te denken dat als de overheid zich terugtrekt mensen het vanzelf samen organiseren. En daarmee kom ik bij Natuur- en milieucentrum De Papaver, de twee waterspeeltuinen en de twee kinderboerderijen. Deze voorzieningen stonden de afgelopen weken volop in het nieuws. Logisch want ze zijn belangrijk voor Delft. Voorzieningen die GroenLinks wil behouden voor de stad. De waterspeeltuinen en kinderboerderijen ontvangen jaarlijks 150.000 bezoekers en behoren tot de inventaris van Delft. Wie is er niet met zijn kinderen geweest! De Papaver is een uniek centrum voor natuur- en milieueducatie. Hier worden lessen en cursussen gegeven, tentoonstellingen gehouden en hier komen natuur- en milieuverenigingen samen. Volgens GroenLinks kan het natuur- en milieubeleid van de gemeente Delft niet zonder De Papaver.

Het college stelt voor deze 5 voorzieningen over te dragen. GroenLinks kan zich best voorstellen dat er een andere vorm van beheer en exploitatie mogelijk is. Er zijn bijvoorbeeld kinderboerderijen in andere gemeenten die worden beheerd door zorg- of onderwijsinstellingen. Ook voor De Papaver is een ander concept denkbaar. GroenLinks denkt dan aan een breed kenniscentrum op het gebied van natuur, milieu en duurzaamheid, waar bewoners, bedrijven en instellingen tevens informatie kunnen krijgen over beter isoleren van gebouwen, zonnepanelen, zonneboilers, groene daken. Maar ook over subsidies voor duurzame investeringen.

Inmiddels geeft het college, na de vele publiciteit, meer inzicht in het plan van aanpak en komt het in 2015 met alternatieve voorstellen om de kinderboerderijen in stand te houden, mocht het onverhoopt niet lukken om ze over te dragen aan andere partijen. Dat is een geruststelling. Opvallend is wel dat dit niet geldt voor natuur- en milieucentrum De Papaver. Dat kan natuurlijk niet! GroenLinks vindt dat het college net zo hard moet ijveren voor het voortbestaan van De Papaver als voor de andere voorzieningen. Ook hier moet een plan B voor zijn.

Heel tevreden is GroenLinks over de rol die het college al heeft gespeeld in twee belangrijke projecten voor de stad: proeftuin Delftse Hout en Museum Nusantara.

De creatieve sessies die de gemeente samen met het Techniek Ontmoetings Punt heeft georganiseerd voor de nieuwe invulling van de Combiwerklocatie in de Delftse Hout, heeft mensen met elkaar verbonden die nu samen plannen maken voor de prijsvraag die moet leiden tot het beste plan voor de locatie. Een mooi proces, met hopelijk een mooie invulling.

En gelukkig wordt het pand aan het Sint Agathaplein, waar Museum Nusantara gevestigd was, geen kantoor! Het pand wordt een centrum waar tentoonstellingen, lezingen en debatten worden gehouden. Er komt een kunstsuper met een grand café met terras. Het resultaat van een samenwerking van o.a. Museum Het Prinsenhof, stichting Beeldende Kunsten Delft, TOP, HYPO, Delft Design, Stichting Stunt en het Collectief. Het ziet er veelbelovend uit.

Zo ziet GroenLinks het graag – de gemeente trekt samen op met organisaties in de stad om tot een levendiger en socialer stad te komen.

Zorg

Voorzitter, GroenLinks steunt het overhevelen van zorgtaken van het rijk naar gemeenten. Wij zien kansen in het maatwerk dat gemeente kan bieden. En ook dat daarmee geld bespaard kan worden. Maar Den Haag maakt het de gemeente wel lastig – de plannen gaan gepaard met heel veel minder geld en de plannen veranderen bijna met de dag. GroenLinks vindt dat dit college naar omstandigheden goed inspeelt op de ontwikkelingen. Bijvoorbeeld met de hervorming van de sociale werkvoorziening tot het Werkbedrijf.

In de sociale visie van GroenLinks staan de vraag, zelfregie en zeggenschap van iedere burger voorop. We kiezen voor een integrale aanpak waarin alle relevante partners (gemeente, professionals, vrijwilligers) samenwerken in sociale wijkteams. Maatwerk en zorg dichter bij de mensen. Preventie en kwaliteit van zorg zijn belangrijk. GroenLinks wil ruimte geven aan initiatieven uit de stad en deze ondersteunen. Langs deze meetlat zullen we de voorstellen leggen.

In de komende jaren zullen er nog veel beleidswijzigingen op het sociale beleid komen en GroenLinks vindt dat de belanghebbenden hierbij nauw betrokken moet worden via de SW Raad, het Panel Werk en Inkomen en de WMO Raad. We willen ook aandacht voor een goede voorlichting over alle transities en de gevolgen ervan voor de betreffende (groepen) bewoners in Delft.

Gevolgen

Voorzitter, een terugkerende vraag van GroenLinks bij kadernota en begroting is: Wat zijn de maatschappelijke effecten van de bezuinigingen? Ook dit jaar. Want 57 miljoen euro bezuinigen heeft gevolgen voor de stad. Het college kondigt in de begroting aan dat er bij deze bezuinigingsronde een inschatting is gemaakt van de maatschappelijke effecten van de gemaakte keuzes. Tot onze teleurstelling is daarvan bitterweinig tot niets terug te vinden. En hoe is het eigenlijk met de proef met de maatschappelijke kosten-baten-analyse?

Extra geld voor kinderen in armoede

Gelukkig, een enkele keer komt er ook een positiever bericht uit Den Haag. Het kabinet heeft extra geld beschikbaar gesteld voor de gemeenten om armoede te bestrijden. Voor 2013 gaat het om 18 miljoen, in 2014 70 miljoen en in 2015 90 miljoen. Deze bedragen zijn niet geoormerkt en GroenLinks wil wel dat dit extra geld ook echt aan armoedebestrijding in Delft wordt besteed. Met name voor kinderen die in armoede leven. Hiertoe zullen we een voorstel doen.

Tot slot. GroenLinks heeft waardering voor de inzet om een forse bezuinigingsopgave te realiseren. Hoe meer we bezuinigen, hoe moeilijker en hoe pijnlijker het wordt. Want de makkelijkste en meest voor de hand liggende keuzes zijn al gemaakt. De lastige keuzes blijven over. GroenLinks beschouwt de gemaakte keuzes kritisch en ziet uit naar de discussie in de commissies.