Onbekend maakt onbemind. Of onverschillig. Dat gebeurt met jonge mantelzorgers: in hun omgeving (Weet u wie ze zijn? Hebt u weleens gevraagd hoe het met ze gaat?) en in beleid (onvoldoende in beeld; te weinig ondersteund; onvoldoende herkenning van signalen bij andere problemen zoals schoolprestaties). GroenLinks vroeg al eerder aandacht voor (allochtone) jonge mantelzorgers.

Vandaag bezocht GroenLinks met veel belangstelling het symposium “De jonge mantelzorger, het kind van de rekening?” georganiseerd door de Regionale Mantelzorg Organisatie Delft Westland Oostland. De titel van het symposium zegt het al: jonge mantelzorgers zijn nog steeds heel vaak onopgemerkt en onvoldoende ondersteund. Ondanks het feit dat er zoveel zijn.
25% van de jongeren in Nederland groeit op met ziekte en zorg in de thuissituatie. Dat is 1 op de 4. Deze jonge mantelzorgers nemen niet alleen zorgtaken op zich, maar ook de zorgen die deze situatie met zich meebrengt. De taken en verantwoordelijkheden van deze jonge mantelzorgers passen niet bij hun leeftijd en ontwikkeling. Maar kinderen en ouders hebben het vaak niet in de gaten. Het lijkt zo “vanzelfsprekend”. Men zorgt voor elkaar, toch?

Dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer, verbonden aan De Haagse Hogeschool en de Tilburg University legde uit dat de rollen in gezinnen met jonge mantelzorgers vaak omgekeerd zijn: het kind gedraagt zich als ouder en neemt de emotionele verantwoordelijkheid over voor het welbevinden van de zorgbehoevende ouder. Dit verschijnsel heet parentificatie. Er is dan géén sprake van hechte relaties tussen kind en ouder zoals te vaak en ten onrechte door de buitenwereld wordt gedacht. Het gaat in feit om afhankelijke, niet passende ongezonde relaties ten koste van het kind. Jonge mantelzorgers hebben een verhoogd risico op angststoringen, teruggetrokken gedrag, somberheid, suïcidale neigingen. Vaak groeien ze op tot volwassenen die hun identiteit en waardering halen uit het zorgen voor anderen, zonder oog voor hun eigen behoeften. Is dit wenselijk? Jonge mantelzorgers dragen bij aan de betaalbaarheid van “onze” zorg. Maar tegen welke prijs, voor zichzelf en de samenleving als ze zelf uit balans raken?

Parentificatie maakt duidelijk dat het thema “jonge mantelzorgers” ook over gezinsstructuren en –rollen gaat en dus een vraagstuk is voor opvoedingsondersteuning. De inzet van alle partners in het veld die contact hebben met kinderen en jongeren is onmisbaar. Denk aan beroepskrachten in de jeugdgezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg, welzijnswerk, informele zorg, maatschappelijk werk, hulpverlening en Centra voor Jeugd en Gezin. Toerusting en voorlichting is cruciaal zodat ze signalen kunnen herkennen dat mantelzorgtaken mogelijk een oorzaak  zijn van andere problemen. Zo worden jonge mantelzorgers snel en adequaat ondersteund. Er moet balans en afstemming zijn in de driehoek zorgvragers, jonge mantelzorgers en beroepskrachten.

De specifieke behoeften van jonge mantelzorgers van andere culturen zijn ook vaak onvoldoende herkend. Daar ging Drs. Shirley Ramdas, adviseur bij JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling, op in. Jonge allochtone mantelzorgers fungeren vaak als informele tolk voor hun ouders, wat zeer onwenselijk is.  Meisjes worden vooral met zorgtaken belast en jongens nemen meestal administratieve taken op zich. Interessant is de verschuiving in opvattingen over zorg bij de jongere generatie allochtonen. Ze zien zorg meer als een taak voor professionelen terwijl allochtone van de eerste generatie de zorg vooral zien als taak van de familie en het informeel netwerk.
Het is urgent dat verandering komt in de situatie van jonge mantelzorgers. In beleid en in hun omgeving. Misschien bent u tot de conclusie gekomen dat u meer jonge mantelzorgers kent dat u eerst dacht. Vraag ze hoe het met ze gaat.