Het plan voor het ontwikkelen van een verbeterd popklimaat in Delft is in de gemeenteraad voorzichtig ontvangen. Er zijn nog veel vraagtekens bij de voorgestelde nieuwe stichting die de bestaande organisaties en activiteiten moet verbinden om te komen tot een kwalitatief beter en meer door de stad verspreid popaanbod. Wethouder Junius moet met een meerjarenbeleidsplan terugkomen bij de raad voordat de stichting daadwerkelijk wordt opgericht.
“Wij willen voorkomen dat het kind met het badwater wordt weggegooid.”, aldus Ron Witsenboer bij de bespreking van het popplan. GroenLinks is kritisch over mogelijke gevolgen van het nieuwe popbeleid. In totaal komt er wel meer geld beschikbaar voor pop in Delft, maar de uitgaven voor het opzetten van een nieuwe nog niet helder omschreven organisatie maakt het risico groot dat Speakers, als gerespecteerd popcentrum en uitstekende faciliteit voor het popbeleid, uit het Delftse aanbod verdwijnt. De nieuwe popstichting wordt vooral gefinancierd uit geld dat weggehaald wordt bij de Stichting Programmering Speakers, die vervolgens weer mee mag delen in de gelden voor de samenwerkende instellingen en organisaties. De gemeente Delft besteedt ten opzichte van andere steden nog steeds minder geld aan popcultuur en podia.
De gemeenteraad vond twee jaar terug nog dat Stichting Programmering Speakers een belangrijke rol vervult binnen het cultuurbeleid en het jongerenbeleid van de gemeente. GroenLinks wil dat de daar aanwezige kennis en ervaring en vooral ook de locatie goed benut blijven worden. Speakers is en blijft ook in een nieuwe rol nodig als belangrijke voorziening in het totale popaanbod in Delft.
GroenLinks steunt de definitie van het nieuwe popbeleid als ‘netwerk en samenwerking’, omdat het moet leiden tot verbetering, versterking en professionalisering van het popaanbod. Het is de bedoeling dat geïnvesteerd wordt in het “anders en slimmer” samenwerken en organiseren van het bestaande. Eerdere ervaringen met het oprichten van een popkoepel in Delft maken duidelijk hoe het deze keer wel goed aangepakt kan worden. Er is al veel onderlinge samenwerking in de Delftse popwereld. Dat kan verder ontwikkeld worden, aangejaagd door een nieuwe popcoördinator en goed gefinancierd. Maar voorkomen moet worden dat hoge organisatiekosten leiden tot minder popactiviteiten.