Sinds november 2008 heeft GroenLinks Delft een nieuwe voorzitter: Paul de Graaf. Nu Paul aardig ingewerkt begint te raken is het tijd voor een introductie van zijn eigen hand.

Hallo. Mijn naam is Paul de Graaf; Hagenees sinds 1957 maar Delftenaar sinds 1983, in het dagelijks leven sociaal-wetenschappelijk onderzoeker / projectleider bij de afdeling onderzoek en statistiek van de gemeente Rotterdam, en sinds november 2008 voorzitter van de afdeling Delft van GroenLinks.

Ik ben al ongeveer mijn hele leven politiek actief, al was dat tot enkele jaren geleden bij een andere partij. Tussen 1976 en eind 2001 heb ik binnen D66 bijna alle functies bekleed die daar denkbaar waren. Zo was ik daar onder meer lid van de Partijraad (bij D66 'Adviesraad' geheten), secretaris en voorzitter van de regio Zuid-Holland, voorzitter van de afdeling Delft en mede-auteur van de Delftse verkiezingsprogramma's voor de raadsperioden 1994-1998 en 1998-2002. Ook heb ik van 1994 tot eind 2001 voor D66 in de Delftse gemeenteraad gezeten. (In de goede oude tijd waarin de meeste Delftse politici nog begrepen dat iemand van een andere politieke richting best nog wel kan deugen en dat je daar nog best na afloop een biertje mee kan drinken.) Eind 2005 heb ik mijn lidmaatschap van D66 opgezegd, omdat ik niet meer in die partij geloofde. In de brief van vier kantjes A4 waarmee ik mijn lidmaatschap opzegde heb ik mij tot de belangrijkste argumenten beperkt, waaronder D66’s medeverantwoordelijkheid voor een sociaal-economisch beleid waarbij alles precies op het verkeerde moment gedaan is, voor het creëren van een bangmakend politiek, economisch en maatschappelijk klimaat, voor de steeds verdergaande bureaucratisering en complicering van overheidsregelingen, voor de "vermanagering" van de politiek, voor de stortvloed aan modieuze, maar meestal volstrekt ondoordachte privatiseringen, verzelfstandigingen, liberaliseringen en andere vormen van terugtredende overheid, voor de jarenlange politieke desinteresse in de maatschappelijke integratie en participatie van immigranten, voor de organisatorische en inhoudelijke afbraak van het openbaar vervoer en de verwaarlozing van de bijbehorende infrastructuur, voor de teloorgang van het kapot gereorganiseerde Nederlandse onderwijs en voor het verdwijnen van het milieu van de politieke agenda. Allemaal dingen waar die partij dan misschien in woorden wel niet vóór was geweest, maar waar men in al die jaren van regeringsdeelname in daden ook niet genoeg tégen had gedaan. Zie hier, zij het negatief geformuleerd, ook tegelijkertijd mijn belangrijkste politieke aandachtspunten.
En nog steeds actueel.
Ik ben toen "slapend lid" geworden van GroenLinks, tot mij in november 2008 de mogelijkheid gewerd om afdelingsvoorzitter te worden.

Als voorzitter van de afdeling heb ik het nadeel dat ik nog relatief onbekend ben met veel mensen en cultuuraspecten van GroenLinks. Als mijn primaire taak beschouw ik het echter, om er voor te zorgen dat de club straks goed georganiseerd met een goed programma, een goede kandidatenlijst en een goede campagne de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 in gaat, en dat geïnteresseerde leden een zo goed mogelijke invloed kunnen hebben op het functioneren van GroenLinks in Delft. Het opzetten van een dergelijke organisatie is mij niet onbekend, en daarnaast draag ik natuurlijk de nodige praktische politieke kennis en ervaring met me mee. Die organisatie staat er inmiddels, met ook zo goed mogelijke waarborgen voor communicatie en continuïteit. En als ik tegen fractieleden zinnen laat beginnen met de woorden "In mijn tijd ..." fluiten ze me hopelijk terug...

In mijn verdere vrije tijd ben ik extern lid van Kamer II van de gemeentelijke Adviescommissie voor de Bezwaarschriften (dat is het onderdeel dat over bezwaarschriften op het terrein van werk, inkomen en zorg gaat) en vice-voorzitter van de Begeleidingscommissie van het Instituut Sociaal Raadslieden, en op momenten dat ik dan nóg niets te doen heb, doe ik graag aan volleybal, biljarten, Thais eten, kijken naar Tom & Jerry en Looney Tunes (de enige reden dat ik digitale televisie heb!) of luisteren naar het soort muziek dat ze vijfendertig jaar geleden progressief noemden (Yes, Genesis, ELP, Magma, Curved Air, Supersister, Alquin, Carpe Diem, Esperanto, Jean-Luc Ponty en alles waar een viool bij zit en/of wat uit de buurt van Canterbury komt).