In de commissie heeft GroenLinks-PvdA aandacht gevraagd voor projecten tussen de grootschalige collectieve en de individuele warmteoplossingen. Deze tussenschaal heeft wat ons betreft veel potentie in de wijken waar de gemeente nu niet met Wijk Uitvoeringsplannen (WUP) aan de slag is. Juist daar moeten we ruimte maken voor energie- en warmte-initiatieven op wijk- en buurtniveau. Het mes snijdt aan twee kanten: doordat bewoners in de stad zich organiseren en samen op zoek gaan naar een collectieve duurzame en betaalbare oplossing, versterken ze daarmee ook lokaal hun eigen gemeenschap. Er zijn verschillende gemeenten waar Delft inspiratie kan vinden, zoals Zwolle, Groningen en Amsterdam.
Op basis van het debat in de commissie, hebben we een motie over deze lokale initiatieven geschreven. De wethouder had al aangegeven initiatieven te steunen, maar wij vonden het toch belangrijk dit verder uit te werken. We zien namelijk dat in de afgelopen jaren de samenwerking tussen energie- en warmte-initiatieven en de gemeenten zich in verschillende steden in het land verder heeft ontwikkeld. Het vraagt van gemeenten om, waar mogelijk, met initiatiefnemers afspraken te maken over wat we van het initiatief verwachten aan representatie en democratische organisatievorm, en ook waar we als gemeente in kunnen ondersteunen met menskracht en financiële middelen. Samenwerken tussen gemeente en initiatief is iets waar we samen in moeten leren en groeien. Daarom vragen we om dit goed in het warmteprogramma vast te leggen en te werken naar heldere afspraken.
Hiermee zetten we een belangrijke stap om de brug te slaan tussen het systeem en de leefwereld en daarmee de afstand te verkleinen.