De initiatiefnemers van het voorstel vroegen de raad ten behoeve van de herhuisvesting van dansschool Wesseling af te wijken van het Beleid Ontwikkelingsplannen en dus geen inspraak te verlenen op het ontwikkelingsplan en het ontwikkelingsplan vast te laten stellen door het college van B&W. Dat betekent: inspraak achteraf en geen rol voor de raad, want de raad krijgt het ontwikkelingsplan ter kennisname.
GroenLinks vindt dat je voor het maken van een dergelijke uitzondering hele goede redenen moet hebben. Inspraak is belangrijk, zeker bij een plan met een dergelijke impact. Tijdens de commissiebehandeling hadden we al bij de initiatiefnemers van het voorstel en het college aangedrongen op meer informatie om een goede afweging tussen de belangen van Wesseling en de omwonenden te kunnen maken.
Informatie over de voorgeschiedenis, want aanleiding voor het voorstel is de tijdsklem waar Wesseling in zit. Wesseling moet het huidige pand aan de Houttuinen verlaten en wil verhuizen naar het oude Techniek Museum. Als de normale procedure (een ontwikkelingsplan mét een inspraakavond en de mogelijkheid zienswijzen in te dienen voor omwonenden en mét bespreking in de gemeenteraad) wordt gevolgd, zit de dansschool minimaal zeven maanden zonder huisvesting en lijdt het bedrijf schade. Hoe die situatie heeft kunnen ontstaan is nog niet duidelijk. Een aantal partijen vond dat ook niet zo belangrijk. Wij wel. Een dergelijke situatie moet in de toekomst voorkomen worden en dan is het van groot belang dat uitgezocht wordt hoe deze situatie is ontstaan.
Toen uit de discussie duidelijk werd dat er met het voorstel maar drie maanden tijdswinst zou worden geboekt en dansschool Wesseling alsnog met een huisvestingsprobleem van minimaal vier maanden blijft tobben, bleek de voorgestelde oplossing niet eens een echte oplossing. Een halve oplossing die de verhouding tussen burger en politiek geen goed doet.
Het resultaat (drie maanden tijdswinst voor Wesseling) weegt voor ons niet op tegen het gekozen middel (het schrappen van de inspraak op het ontwikkelingsplan) en daarom hebben we het voorstel niet gesteund. Waarom heeft het college toen het probleem duidelijk werd geen andere oplossing gezocht? Bijvoorbeeld een tijdelijke locatie voor de gehele langere periode? Een locatie waar ze gebruik van kunnen maken vanaf het moment dat ze de Houttuinen moeten verlaten tot het moment dat het ontwikkelingsplan is vastgesteld volgens de normale procedure en het Techniekmuseum geschikt is gemaakt voor de nieuwe functie.