Lijsttrekkers Saskia Bolten (GroenLinks) en Femke Stolker (Partij van de Arbeid) staan als gemeenteraadsleden terdege hun mannetje. Met de verkiezingen van 7 maart voor de boeg, kijken zij terug èn vooruit, in de Delft op Zondag van 15 januari.
In de Delftse politiek lijkt ‘op de man spelen’ zo ongeveer tot kunst verheven. Dat kan dus nog leuk worden, met de verkiezingen voor de Gemeenteraad van over een maand of twee voor de boeg. Saskia Bolten (lijsttrekker van GroenLinks) en Femke Stolker (lijsttrekker van de Partij van de Arbeid) staan als Gemeenteraadsleden intussen terdege hun mannetje. Ze kijken terug èn vooruit.
Saskia Bolten (51) en Femke Stolker (31) kunnen het in menig opzicht goed met elkaar vinden. Goed, GroenLinks is de Partij van de Arbeid niet, en omgekeerd geldt dat al evenzeer, Bolten heeft ook heel wat meer politieke ervaring dan Stolker, maar dat mag de pret die ze samen hebben allerminst drukken.
Bolten is al bijna 32 jaar actief in de politiek. “Het begon voor mij in de Vietnambeweging, in de jaren zeventig”. Vertelt over toen ze als stagiair van de School voor de Journalistiek voor het Utrechts Nieuwsblad werkte. En het aandurfde van “de bevrijding van Vietnam” te reppen. “Ik kon gelijk vertrekken, men vond mij niet objectief. Die krant heeft toen twee jaar geen stagiairs van de School voor de Journalistiek aangenomen, want die waren te rood”. Stolker is nu tien jaar lid van de Partij van de Arbeid. “Ik behoor tot de Niet Nix-generatie. Ik wilde een daad stellen en ik werd PvdA-lid”. De rest ging vanzelf, en zo is ze nu een jaar of vier Raadslid. “Ik kom uit een politiek nest, maar mijn ouders hebben me niet in deze richting geduwd. Ik wilde eigenlijk therapeut worden, ik vond sport ook erg leuk. Maar nu zeg ik: ik wil actief blijven in de politiek, ik vind het erg leuk”.
- Mogen we jullie dus wel dwarsige tiepjes noemen?
Bolten: “Nou, nee. Als je vreedzaam bent, hoef je toch niet dwars te zijn? Ik ben wèl bemoeizuchtig”. Zegt dat ze haar politieke loopbaan is begonnen bij de CPN, de Communistische Partij Nederland. “Bij toeval”, al voegt ze er wel aan toe dat de hoofdredacteur van het Utrechts Nieuwsblad haar moeiteloos voor ‘communist’ had uitgemaakt. Dat hielp, zeker toen ze bij een 1 mei-bijeenkomst van de CPN verzeild raakte en daar gegrepen werd door een toespraak. “Hier hoor ik bij, vond ik toen”. Intussen denkt ze daar wat anders over: “De CPN was niet voor persvrijheid”. Nu is ze nog altijd gelukkig met GroenLinks, een prima combinatie van een aantal partijen, waaronder de CPN, die allemaal hun goede en minder goede kanten hadden.
Stolker: “Ik zat op het Stanislas College. Daar ben ik voorzitter geweest van de Leerlingenraad, ik zat er in de Ondernemingsraad. En ik zat bij de Jonge Socialisten. In die zin zou je me wel dwarsig kunnen noemen, ja”. Noemt een voorbeeld. Een bijeenkomst in Duitsland, met Jonge Socialisten uit de hele wereld. In een vrouwentent werden de mannen geweerd. “Dat vond ik belachelijk. Ik heb net zo lang voor die vrouwentent gezeten tot ook mannen naar binnen mochten”.
OP DE MAN
- Over een kleine twee maanden zijn de verkiezingen voor de Gemeenteraad. Wat hebben jullie de Delftenaren te bieden?
Stolker: “Frisse politiek, die ècht over de inhoud gaat. En dan gaat het, wat ons betreft, vooral over onderwerpen als de inkomensproblemen van ouderen, van gezinnen en alleenstaanden. Daar zullen we hard aan moeten werken. Maar we zullen er ook voor moeten zorgen dat de politiek dichter bij de burgers komt”. Zonder verleden is er geen toekomst. Over de afgelopen vier jaar zegt ze: “We hadden de boodschap van Pim Fortuyn meegekregen, en dat bedoel ik positief. Daar hebben we aan gewerkt, maar ik denk dat we daarin toch onvoldoende zijn geslaagd. Ik heb herhaaldelijk van mensen te horen gekregen: Waarom zeuren jullie zo over die gondels, terwijl er zo veel belangrijker zaken te doen zijn? Dat moeten we ons aantrekken”.
Bolten: “Het is niet altijd makkelijk geweest Raadslid te zijn in de sfeer die hier heerst. Of dat vooral door Leefbaar Delft komt? Begrijp me goed: in Leefbaar Delft zitten zekere enkele goeie mensen. Het heeft meer te maken met een sfeer waarin letterlijk op de man wordt gespeeld, op mijn wethouder Rik Grashoff. Kijk maar op de site van Leefbaar Delft. Die opent met Rik Grashoff op de fiets en daaronder ‘nog 55 dagen, dan is hij weg’. Dat vind ik best een leuk grapje, maar dan voor één dag. Er zijn er bij Leefbaar Delft een paar lastpakken die zó op de man spelen dat het niet leuk meer is”.
Bolten zegt niet bang te zijn dat de verkiezingsstrijd in een ‘oorlog’ zal ontaarden tussen de verschillende kampen. “Ik spreek niet van kampen, ook niet van coalitie en oppositie. GroenLinks heeft laten zien dat je best verbintenissen kunt sluiten met partijen die niet in het College zitten. Ik ben daar zelfs een warm voorstander van”. Dat burgemeester Verkerk verkondigde graag met het huidige College door te gaan, vinden ze minder geslaagd. “Ik vind dat een burgemeester geen stemoproep moet doen”, zegt Bolten. En het boekje, waarin Burgemeester en Wethouders kond doen van hun heldendaden, kan evenmin op hun onverdeelde enthousiasme rekenen. Stolker: “Je zou het niet een resultatenboekje moeten noemen, maar een boekje waarin verantwoording wordt afgelegd. En waarin ook zaken aan de orde komen die niet gelukt zijn. En een aantal zaken die op initiatief van de oppositie tot stand zijn gekomen. Overigens vind ik al die commotie rond dat boekje jammer en zonde”. Bolten is het daarmee eens: “Het moet gaan over de stand van zaken in de stad. De burgemeester moet boven de partijen staan, al is dat best lastig. Hij hoort boven het College te staan, maar ook achter de Gemeenteraad, want van beide is hij de voorzitter”.
VOLLE MAAN
Daarover zijn Bolten en Stolker het roerend eens: er zijn te weinig vrouwen actief in de Delftse politiek. Het College ontbeert zelfs geheel vertegenwoordigers van het zwakke geslacht. “Delft is dan wel een mannenstad”, zegt Bolten, “maar in de politiek hebben we beslist geen goeie afspiegeling van de bevolking. Dat geldt trouwens ook voor allochtone vertegenwoordigers. Of vrouwen het beter doen dan mannen? Ik weet ’t niet. Ik ben een mensen-mens, ik heb communicatie hoog in het vaandel staan, het samen met mensen naar oplossingen zoeken. Maar er zijn wel verschillen, ja. Een voorbeeld: als er een milieuprobleem is, zegt Rik Grashoff dat we iets moeten uitvinden waardoor het probleem verdwijnt. Ik ben dan meer van: hoe kunnen we ons anders gedragen waardoor het probleem er niet meer is?” Bolten maakt er geen geheim van dat ze graag wethouder wordt. En ze zou het anders aanpakken, weet ze. “Ik zou, geloof ik, minder overtuigd zijn van mezelf. Ik denk wel ‘s: die mannen zijn tè deskundig, dat geeft een beetje het beeld dat ze onaantastbaar zijn”. Stolker beaamt dat: “Ik mis af en toe relativeringsvermogen”. Zij is overigens wat voorzichtiger over haar ambities richting wethouderschap: “Ik laat het nog in het midden. Op termijn zou ik het wel willen, ja. Ach, ik zie het wel, eerst maar de verkiezingen”.
- Nog even over de sfeer in de Delftse politiek gesproken: vertel ’s over de Heksenkring.
Bolten: “Een groep vrouwen van verschillende partijen vond de sfeer in de Raad inderdaad niet leuk. Dat moest anders. Iemand zei: het is volle maan, laten we onze bezems pakken, zoiets. Weet je wat? We richten de Heksenkring op. De eerste keer kwamen we samen in De Ruif. Het was verbijsterend: aan het plafond hing daar een bezem…” Ongeveer één keer per kwartaal krijgen alle Delftse vrouwelijke Raads- en Commissieleden een uitnodiging voor de Heksenkring. “Meestal komen er een stuk of tien. Gaan we fietsen, een hapje eten, een borreltje drinken. Zo leren we elkaar beter kennen, gaan we echt als collega’s met elkaar om”. En de mannen? “Die gáán al vaak naar het café…”
- Stemmen jullie wel ’s zeg maar tegen beter weten in anders dan je emotioneel of rationeel zou doen als dat niet tegen de partijdiscipline zou indruisen?
Stolker: “De enige keer dat ik echt emotioneel heb gestemd was tegen de speelautomatenhal. Van al die rapporten die daarover waren verschenen werd ik niet veel wijzer. Bij die stemming golden geen rationele overwegingen, ik mocht stemmen zoals ik wilde. Ook bij het Vermeercentrum hebben we als Partij van de Arbeid besloten dat we verdeeld mochten stemmen. Dat moet je niet te vaak doen, dat maakt het voor de kiezer onduidelijk”.
Bolten: “Bij die speelautomatenhal stemde ik ook anders dan mijn partij, maar uit esthetische overwegingen. En ik vind het belachelijk dat Delft tot toeristisch gebied moet worden verklaard omdat aan de Krakeelpolderweg een winkel op zondag open moet kunnen. Wat ik overigens een heel andere manier van emotioneel stemmen vind is dat vergaderingen na elf uur ’s avonds doorgaan. Sommigen zitten dan voor Pampus en toch moeten ze verantwoorde besluiten nemen. Dat vind ik eigenlijk veel erger”.
- Jullie kunnen het in velerlei opzicht zo goed met elkaar vinden. Waarom zitten jullie eigenlijk in verschillende partijen?
Stolker: “Ik zou me bij GroenLinks niet thuis voelen. Ik vind de Partij van de Arbeid pragmatischer, GroenLinks zit erg vast aan principes en daar heb ik moeite mee. Maar we werken wel perfect samen in de coalitie, al zijn er heel duidelijke verschillen”.
Bolten: “Ik zie ook niet wat het meer zou opleveren dan de som der delen. Ik ben heel tevreden met GroenLinks. Ik denk ook dat wij meer lachen, er zit bij ons in de fractie heel veel humor”. (PB)