De commissie Leefbaarheid heeft een discussie gevoerd over de nota ‘Gedifferentieerde buurten in Delft’.

Vertrekpunt voor de discussie was een door Wim Bot aangehaalde tekst uit een verslag van de woningcorporaties: "De kern van het probleem bij segregatie is de sociaal economische achterstand van bewoners die door een eenzijdige opbouw van de woningvoorraad en gebrek aan perspectief, leiden tot ‘belaste’ buurten". Onze indruk is dat de corporaties dat probleem in Delft enigszins bagatelliseren. De problemen in Delft zijn overzichtelijk, maar ze moeten wel aangepakt worden om te voorkomen dat we in een spiraal naar beneden terecht komen.

GroenLinks vindt gedifferentieerde wijken met een gemengde samenstelling belangrijk om segregatie tegen te gaan. De slaagkans van allochtonen om een woning te vinden in overwegend autochtone buurten moet groter worden. GroenLinks vindt ook dat er meer prioriteit moet worden gegeven aan het huisvesten van grote gezinnen. De huidige vaak schrijnende situatie van gezinnen in veel te kleine woningen vinden we niet acceptabel.

Wat GroenLinks mist in het commentaar van de corporaties op de voorstellen om te streven naar gemengde wijken is een bewustzijn over de mensen. Mensen verschillen in verlangens en wensen. Turken willen graag uitwaaieren over de stad. Somaliërs, willen graag bij elkaar wonen. Als je je daar bewust van bent, dan weet je als corporatie dat je woningtoewijzingsbeleid meer maatwerk moet leveren. 

Fatima el Marini lichtte tijdens het debat toe dat GroenLinks al bijna acht jaar aandacht vraagt voor mensen die een woning zoeken maar niet kunnen vinden. "Wij hebben veel gesprekken gevoerd met allochtone mensen in Delft. Soms waren dat gesprekken met de migrantenverenigingen. Vaak hebben we persoonlijke gesprekken gevoerd met allochtone vrouwen of mannen bij hen thuis. GroenLinks heeft veel van die gesprekken geleerd," aldus Fatima.

Zij gaf aan dat GroenLinks een indruk heeft gekregen van de achtergrond van mensen uit tientallen landen, van wat hen nu bezig houdt, welke problemen zij in de stad ervaren en wat zij de stad te bieden hebben. GroenLinks is de afgelopen jaren doorgegaan met gesprekken en komt nog steeds vaak bij mensen thuis.

"Daar zien wij hoe mensen wonen en welke behoeften ze hebben. We maken mee welke kansen ze hebben op verbetering van hun woonsituatie en we leven mee als hun wens weer niet is uitgekomen."  

GroenLinks heeft een paar jaar geleden op een bijeenkomst van Turkse mensen gevraagd hoe zij over gemengde wijken denken. Volgens Fatima el Marini was het antwoord dat kinderen in de Poptahof op straat drie talen leren: Turks, Irakees en Somalisch. Nederlands is er niet meer bij. 

Vroeger hadden Turkse mensen inderdaad veel steun aan elkaar als ze dicht bij elkaar wonen, maar dat is voor de huidige generaties Turken nu niet meer nodig. Die mensen zijn hier als kind gekomen en weten de weg in de Nederlandse maatschappij met al haar regels en formulieren. Voor hun integratie is toegankelijkheid in andere wijken noodzakelijk.

Fatima vindt een voorstel om te monitoren in de Poptahof, Gillisbuurt en het Rode Dorp een goed begin. Zij bewerkstelligde de toezegging van het college dat daarbij onderscheid gemaakt wordt tussen mensen van verschillende nationaliteiten en ook tussen mensen van verschillende generaties binnen die nationaliteiten.

Als voorbeeld noemde zij de woonwensen van jonge Marokkanen die heel anders kunnen zijn dan de wensen van oudere Marokkanen.  Jongeren krijgen gezinnen. Voor hen is het belangrijk om toegang te krijgen op goede gemengde scholen. Zij willen niet gedwongen worden om in wijken te wonen waar geen Nederlandse kinderen zijn. In zo’n monitor kun je de schoolprestaties bijhouden, en mensen voorlichten over de resultaten die scholen boeken met hun leerlingen.

Oudere Marokkanen krijgen behoefte aan voorzieningen. Zij willen misschien net als Nederlanders lang zelfstandig wonen. In hun geval zou het ze kunnen helpen om juist tussen andere Marokkanen te wonen en eigen ontmoetingsruimtes te hebben of een Islamitische Tafeltje Dekje service.

Fatima hield nogmaals een pleidooi voor het toegankelijk maken van andere wijken dan de Poptahof en Gilliswijk. "De monitor moet nagaan of er meer kleur komt in gesloten wijken, zoals Tanthof komt en of er voldoende toegankelijkheid voor allochtonen in nieuwbouwwijken als Harnaschpolder en het VDD terrein georganiseerd is en natuurlijk ook of de herstructurering in de Poptahof echt slaagt. Een meetbare doel in de monitor is dat in 2010 de concentratie van allochtonen in de Poptahof, Gilliswijk en het Rode Dorp is daarmee verminderd."