Delft gaat kinderen van illegalen uit de brand helpen, hoewel dat van het kabinet niet mag. Wethouder Saskia Bolten: "Geen kind mag hier verhongeren. Als het straks hier vertrekt, dan wel zo gezond mogelijk." Een artikel in het AD van maandag 18 september.
Wat moet je als wethouder en sociaal voelend mens wanneer die twee ‘rollen’ elkaar opeens in de weg zitten? Wanneer de wet ‘nee’ zegt tegen hulp aan kinderen die illegaal hier verblijven, maar het geweten ‘ja’?
Stadsbestuurder Saskia Bolten (GroenLinks) is zeker niet de enige wethouder in den lande die worstelt met wet en geweten in zo’n delicate kwestie. En ook binnen het links-georiënteerde college van burgemeester en wethouders in Delft staat ze niet alleen.
Daarom heeft het college onlangs unaniem besloten haar zorgplicht te nemen. Hulp aan de kinderen komt er gewoon en Saskia Bolten beroept zich daarbij met klem op ‘hogere’ plichten. „Kinderen hebben rechten. Je mag ze niet laten verhongeren. Dat staat ook in Europese regelgeving en die gaat boven de nationale wet.’’
Maar eigenlijk heeft de wethouder zo’n argument helemaal niet nodig. „Jij moet er toch ook niet aan denken dat je straks in de krant moet schrijven dat wij een kind verwaarloosd hebben,’’ vraagt ze retorisch. „Niemand mag hier verhongeren, of dringende medische hulp ontzegd worden. Als de ouders straks uit ons land vertrekken, dan wel met zo gezond mogelijke kinderen.’’
Gelukkig zijn er niet veel jongens en meisjes die tot nu toe aan de goedheid van burgers of hulpinstanties zijn overgeleverd. De kinderen van illegalen met gedoogstatus mogen van de rechter al langer door gemeenten geholpen worden. Het zijn uitgeprocedeerde vluchtelingen die niet terug kunnen naar hun land omdat ze statenloos zijn (Palestijnen) of omdat hun vaderland niet meewerkt.
„Er zijn maar drie, of vier kinderen die onder onze nieuwe regels vallen. Misschien minder,’’ weet Bolten. „Ze zijn bij ons bekend via scholen of hulpinstanties. En die organisaties moeten er straks op toezien dat het gemeentegeld ook echt aan de kinderen besteed wordt.’’
Over het kabinet dat op een hardere lijn zit en de geldkraan voor deze kinderen wel heeft dichtgedraaid, wil ze in het openbaar niet oordelen. Een verklaring geeft ze wel: „Wij zien in de gemeenten de gezichten achter de kinderen, landelijk zien ze eerder de dossiers. En dat maakt veel verschil uit.’’
Met het besluit tot steun aan de kinderen, is de worsteling van Bolten met wet en geweten nog niet voorbij. Ze aarzelt even, maar zegt het dan wel: „Als je mij een beetje kent, weet je dat ik ook de ouders van de kinderen niet aan hun lot wil overlaten.’’
Lees hier het artikel op de site van het AD.