Beste fractievoorzitters,
Voor de Stadskrant Delft van 9 april staat weer een raadsrubriek gepland. Het onderwerp is het rapport van de Delftse Rekenkamer.

Het rapport betreft de EZH-campagne, die indertijd veel heeft losgemaakt in de stad.
In een mail aan de fractievoorzitters stelt Nico Jouwe:

"De rekenkamer stelt dat de hoge democratische verwachtingen die met de EZH-campagne in 1999 bij de Delftse burgers zijn gewekt niet zijn waargemaakt. De Delftse burger is bij de realisatie van de projecten buiten beeld geraakt. EZH-projecten werden na verloop van tijd niet afgebakend van het reguliere beleid en ook werd geen verantwoording afgelegd over voortgang en resultaat van de projecten.

Vraag aan u: deelt u de krititische conclusies van de Delftse Rekenkamer?"

Houdt u er rekening mee dat uw antwoord en toelichting kort en bondig moet zijn (maximaal 75 woorden) en dat de redactie van de stadskrant de eindredactie over de tekst voert.

Beste Nico,

Hieronder vind je een stukje dat twee keer zo lang is dan jij gevraagd hebt. Korter kan het niet wat mij betreft. Anders zou ik echt in kreten vervallen en daarmee onrecht doen aan degenen die zo hard hebben gewerkt aan de totstandbrenging van de projecten. Als je gaat inkorten of redigeren zou ik graag vóór publicatie willen zien hoe je dit doet.  Mocht ik dan de nuance missen, wil ik mijn bijdrage intrekken.

Met vriendelijke groet,

Saskia

Deelt u de krititische conclusies van de Delftse Rekenkamer?

De Delftse burgers hebben een doorslaggevende stem gehad bij keuze van de EZH-projecten en de realisering daarvan. Er zijn inderdaad enkele uitzonderingen. De gemeenteraad is daarvan op de hoogte.  De gemeente heeft voorafgaand aan de besteding van het geld overleg gevoerd met de indieners van de plannen over de uitwerkingsvoorstellen.

Een bijzondere plaats binnen de EZH-projecten neemt het project “Investeren in de wijken” in. Bij de opstelling van de bestedingsplannen is overlegd met de projectindieners. De wijkplatforms hebben de verdere ontwikkeling van deze plannen op zich genomen. Ook hiervan is de gemeenteraad op de hoogte.

De rekenkamer geeft enkele terechte leerpunten voor de toekomst: de gemeenteraad zou van te voren beter moeten aangeven wat ze precies wil, het college moet de raad actief blijven infomeren over de uitvoering van de plannen en ambtelijk is een actieve monitoring en administratie mogelijk.

Maar de voorzieningen zijn gerealiseerd. En daar is behoorlijk hard aan gewerkt, zowel op ambtelijk en bestuurlijk niveau als door de indieners van de plannen.