Gisteravond heeft de commissie Spoorzone, Ruimte en Verkeer met elkaar gesproken over het voorontwerpbestemmingsplan binnenstad. GroenLinks heeft o.a. gepleit voor behoud van de groene open binnenterreinen en beginspraak bij de ontwikkeling van de kansenlocaties

Veel inspraakreacties

Het voorontwerpbestemmingsplan heeft veel reacties opgeleverd. Mondeling tijdens de drie bijeenkomsten die zijn georganiseerd voor bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden, maar ook schriftelijk. GroenLinks herkent zich in veel van de inspraakreacties en is tevreden dat het college al veel gaat aanpassen in het ontwerpbestemmingsplan. Zo gaat het college meer aandacht aan de woonfunctie besteden in het ontwerp en zal het de (vele) afwijkingsbevoegdheden nog eens onder de loep nemen. Er wordt door het college niet voor gekozen om straatmeubilair en terrasschermen in het plan op te nemen en daarmee zijn wij het helemaal eens. 

Binnenterreinen

Het voorontwerp verruimt de mogelijkheden de binnenterreinen te bebouwen en dat is onwenselijk. De onbebouwde binnenterreinen zijn belangrijk voor de wateropgave in verband met de klimaatverandering en voor de koeling omdat verharding/bebouwing warmte buffert in tegenstelling tot groene oppervlakten. Meer verharding betekent meer koeling en een hoger energiegebruik. Bovendien zijn de onbebouwde binnengebieden belangrijk voor de biodiversiteit en leefkwaliteit in de binnenstad. GroenLinks wil daarom dat bebouwing op de binnenterreinen niet toeneemt. Het college zegt dit uitgangspunt te delen en zegde toe dat in het ontwerpbestemmingsplan te regelen. 

GroenLinks dringt ook aan op het zoveel mogelijk beperken van de verharding van de binnenterreinen. Wateroverlast is nu al een probleem in de binnenstad. Meer verharding zal het probleem alleen maar groter maken. Al dan niet verharden leg je niet in een bestemmingsplan vast, maar als gemeente kun je wel aan bewustwording en stimulering ‘van tegel naar tuin’ doen. 

Bomen

We zijn blij dat het college naar aanleiding van de vele inspraakreacties de beeldbepalende bomenstructuren en monumentale bomen langs de grachten op de verbeelding en in de planregels gaat vastleggen. 

Kansenlocaties

Een groot verschil tussen het vigerend en nieuw bestemmingsplan gaat over te ontwikkelen locaties in de binnenstad. Vroeger de transformatielocaties, de nieuwe naam is kansenlocaties. Bijvoorbeeld de Gasthuisplaats, Paardenmarkt/Oostplantsoen en Sigarenfabriek. Het college wil ze niet planologisch regelen. De praktijk heeft uitgewezen dat het vastleggen van de ontwikkelmogelijkheden geen meerwaarde heeft. Daarom is het volgens het college beter om iedere concrete ontwikkeling te beoordelen zodra deze er is en dan een procedure te doorlopen. GroenLinks lijkt dat ook het beste. Maar………..dan moeten de belangen van de omwonenden daarbij wel zorgvuldig worden meegenomen. Vanaf het begin, niet alleen bij de procedure, maar al eerder als er plannen worden gemaakt – beginspraak. Het college leek niet zo happig, dus daar komen we nog op terug. 

Sfeergebieden

Er was veel discussie over hét nieuwe element in het plan: de sfeergebieden, waarin wordt aangegeven in welk gebied welke functie overheerst. We zijn benieuwd hoe het uitpakt, wat de gevolgen zijn en hoe het verder uitgewerkt wordt. Het loslaten van het slecht werkende Functie Limitering Systeem kan in de nieuwe situatie betekenen dat er in alle panden op de Markt horecazaken kunnen komen. Is dat wenselijk? 

Vervolg

Het college gaat nu aan de slag met het verwerken van de input van inspraakreacties van bewoners, ondernemers, andere belanghebbenden en de commissie Spoorzone, Ruimte en Verkeer. Het ontwerpbestemmingsplan binnenstad komt later terug in de commissie en wordt dan vastgesteld door de gemeenteraad.