Het gebruik van de openbare ruimte is door de jaren heen veranderd. Verschillende ontwikkelingen en trends hebben invloed op de ruimte. Door de groei van de gemeente wordt de openbare ruimte steeds intensiever gebruikt. En ook maatschappelijke trends zoals vergrijzing, vereenzaming en verhoogde mentale druk hebben impact op het gebruik en de inrichting van de openbare ruimte. De druk op de ruimte wordt steeds groter.

In de Visie Openbare Ruimte wordt een toekomstbeeld geschetst waarbij rekening wordt gehouden met een aantal ambities voor de openbare ruimte. In Delft is de fysieke en financiële ruimte beperkt. Niet alles past of kan, en daarom moeten er soms scherpe keuzes worden gemaakt. De Visie Openbare Ruimte werkt met een prioriteringskader voor acht beleidsambities in de openbare ruimte, die worden uitgewerkt op buurt-, wijk- en stadsniveau, die structuurtypes worden genoemd. Per structuurtype is een rangschikking gemaakt van de vijf belangrijkste beleidsambities. Er wordt dus onderscheid gemaakt tussen structuurtypes met een stadsfunctie, wijkfunctie en buurtfunctie. Deze indeling bepaalt ook de mate van invloed en eigenaarschap die inwoners hebben op het ontwerp, de inrichting, de aanleg en het beheer van de openbare ruimte in hun buurt of wijk.

Basiskwaliteit Natuur. In de commissie hadden we al geconcludeerd dat het dier er bekaaid afkomt in de Visie Openbare Ruimte. Terwijl Delft een leefbare stad wil zijn voor mens, plant èn dier. De landelijke richtlijn Basiskwaliteit Natuur (BKN) is voor dat uitgangspunt een basisprincipe. Daarom is met een amendement de belangrijkste zin op dit punt toegevoegd, namelijk dat er in de openbare ruimte gewerkt wordt volgens de principes van de BKN. De prioritering suggereert dat de ene opgave belangrijker is dan de andere, of dat de ene opgave ten koste mag gaan van de andere. Maar GroenLinks en PvdA willen in de visie duidelijk aangeven dat, los van de prioritering, er een kwalitatieve ondergrens moet zijn voor planten- en diersoorten. Vanuit die basiskwaliteit kunnen we dan werken aan herstel en verbetering. Daarmee voldoet Delft aan de Europese natuurwetgeving en de nieuwe natuurherstelwet, die gericht is op bestrijding van verlies van biodiversiteit en bescherming van soorten en leefgebieden.

Toegankelijkheid. Het amendement Toegankelijke openbare ruimte’ verduidelijkt hoe de basisvereisten toegankelijkheid en veiligheid worden toegepast en waar extra kwaliteit wordt gevraagd. Daarmee wordt toegankelijkheid in de basis altijd geborgd en wordt bij winkelcentra en stations aanvullend ingezet op een obstakelvrije ruimte met gids- en geleidelijnen voor mensen met een visuele beperking. In parken wordt de nachtelijke donkerte gerespecteerd en garanderen we een verlichte, logische alternatieve route. In de binnenstad koesteren we het historisch erfgoed en kunnen sommige aanpassingen esthetisch storend zijn. In dat geval wordt gezorgd voor een gelijkwaardig toegankelijk alternatief. Zo bouwen we aan een stad waar iedereen mee kan doen.

Groene Linten. Bij de beschrijving van de beleidsambitie Cultuur en boezemwater, waarin doorgaande boomstructuren worden benoemd, miste een expliciete verwijzing naar het initiatiefvoorstel Groene Linten langs de Schie. Dat hadden wij eigenlijk wel verwacht. Met het amendement The Missing Link’ hebben we dat alsnog in de Visie toegevoegd.

De visie en het prioriteringskader worden ingezet bij alle werkzaamheden in de openbare ruimte van Delft. Het is, behalve voor de gemeente zelf, ook een handvat voor ontwikkelaars en andere initiatiefnemers die betrokken zijn bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Daarmee zorgen we dat ook andere partijen echt dingen maken en doen die van Delft een fijne, duurzame en aantrekkelijke stad maken.)