Afgelopen zaterdag, 13 januari, organiseerde GroenLinks Delft een studiemiddag over stadsnatuur, onder leiding van 2 enthousiaste bestuursleden van de KNNV regio Delft. De middag maakte diverse leden enthousiast om samen de ‘werkgroep Groen’ te vormen, die de komende tijd de fractie zal ondersteunen op dit onderwerp en activiteiten voor de leden van GroenLinks zal organiseren.

De middag startte met een voorstelronde aan de hand van een serie foto’s van stadsnatuur in Delft: korstmossen op oude stenen, geveltuintjes, statige stadsbomen, parken, de Delftse Hout: iedereen kan wat vertellen over zijn eigen beleving van natuur en heeft zijn eigen gevoel voor mooi of lelijk.
De een houdt van een strak aangelegde tuin en een ander genieten van de soortenrijkdom van ‘wilde natuur’. Aandacht voor natuur, ook in de stad, is belangrijk; ook een klein beetje natuur in de stad wordt ‘beleefd’ en waardevol gevonden.
Een ander leerpunt voor de aanwezigen is dat de soortenrijkdom in de stad, bijvoorbeeld van grasvelden en bermen, veel groter is dan in de agrarische, bemeste weides en oevers buiten de stad. In veel steden zijn ‘groene vingers’ aangelegd; zones die de natuur de stad in moet brengen. Maar in feite moeten de groene vingers zorgen dat de soortenrijkdom de stad uit komt.

De brainstorm later op de middag gaat over de voor- en nadelen van de ‘compacte stad’, zoals in Delft ook wordt nagestreeft. Voor sommigen gaat de compacte stad Delft knellen: het wordt wel erg vol en druk. Er is steeds minder groen in de stad te vinden, terwijl mensen daar wel behoefte aan hebben. Bijvoorbeeld kinderen hebben steeds minder speelplekken. Toch zijn er ook belangrijke argumenten voor de compacte stad. De belangrijkste is wel dat er buiten de stad nog echte open ruimte en natuur overblijft, omdat daar niet gebouwd hoeft te worden. Wie zou de Delftse Hout of het Abtswoudse bos nog willen missen? En zelfs in de binnenstad van Delft, die van oudsher al ‘compact’ is, is nog wel groen te vinden: bomen en parkjes en veel niet openbaar, maar achtertuin.

De middag eindigt met een fietstochtje langs onopvallende, maar niet minder bijzondere plekjes in Delft, zoals de randen van het spoortracé, een oude muur met bijzondere plantjes en de korstmossen langs de kademuren van de grachten. Als je er oog voor hebt is er veel te zien.
Cor Nonhof en Geert van Poelgeest hebben hun enthousiasme duidelijk op de deelnemers overgebracht, gezien het aantal aanmeldingen voor de nieuwe werkgroep Groen. Cor en Geert: bedankt!

JZ