Op woensdagavond 18 december 2013 organiseerde GroenLinks Delft een politiek café over participatie van mensen met een arbeidsbeperking.

Bericht van Gera Schäperclaus:

Johan Grijzen, GroenLinks-wethouder in Schiedam met o.a. WMO, welzijn en volksgezondheid in zijn portefeuille, vindt dat het begrip Participatiesamenleving “gekaapt” is door de politiek van VVD en PvdA. Negatieve accenten zoals dwang en strafkortingen voeren de boventoon, en daar gaat het GL helemaal niet om. Meedoen in deze samenleving, dat staat centaal! Het is inefficiënt om je te richten op een paar mensen die niet willen of niet kunnen. De meeste mensen willen in principe juist wel maatschappelijk bijdragen, en het is aan de politiek om dit mogelijk te maken.

GroenLinks heeft het woord 'participatie' uitgevonden, en verstaat onder de participatiesamenleving een samenleving waar mensen op een natuurlijke manier samenwerken en elkaar ondersteunen. Dat werkt in Schiedam over het algemeen goed. Er zijn buurthuizen die draaien op vrijwilligers. In de buurthuizen worden verrassende initiatieven ontplooid. Als wethouder ondersteunt hij deze initiatieven, en bij eventuele problemen staat zijn deur wijd open. Volgens Johan zit er veel rek in de samenleving en kan deze veel aan als je als plaatselijke overheid “los laat zonder je handen ervan af te trekken”.

Stephan Brandligt - GroenLinks-wethouder van onder meer Participatie in Delft - ziet de ontschotting van regelingen in de Participatiewet als positief. In deze wet komen aparte wetten zoals de Wajong, WAO en WWB samen. In samenwerking met de Delftse Uitdaging, voorheen Bedrijf en Samenleving, zijn er interessante projecten in samenwerking met het bedrijfsleven gestart. Er zijn al diverse vrijwilligersplekken tot stand gekomen; niet alleen in de zorg en bij sportclubs, maar ook bijvoorbeeld bij de Gamma.

Stephan kijkt ook naar wat er binnen het bedrijfsleven aan taken blijft liggen. Voor verdringing van regulier werk is hij niet bang. Het betreft hier aanvullende werkzaamheden die anders blijven liggen. Wat de participanten betreft kijkt hij naar de participatieladder: dit instrument is ontwikkeld om maatwerk te leveren en ondersteuning te bieden die nodig is.

Ook vanuit het publiek wordt vanuit de praktijk meegedacht. Kijk vooral wat mensen kunnen en willen. Beperkingen hebben we allemaal en daar laten we ons niet op afrekenen. De overheid moet niet in de weg gaan staan met regeltjes maar mogelijk maken en creatief omgaan met talent.

Iemand vanuit de GGZ vindt dat je best handig gebruik kunt maken van enige “dwang”. Dit om mensen aan te sporen iets te proberen. In ieder geval meedoen met dagactiviteiten en onder de mensen komen. Alles beter dan op de bank thuis verkommeren en in een vicieuze cirkel blijven ronddraaien. Goede coaching is daarbij van belang. Programma Doel voorziet in die belangrijke behoefte aan ondersteuning om aan de slag te komen.

Waarom richt de gemeente of de overheid zich  wat participatie alleen op de groep bijstandsgerechtigden? Is de groep met goedbetaald werk en werkweken van meer dan 80 uur werk per week ook niet eens aan te pakken? Als is het maar om een burn-out te voorkomen? Verdeel het beschikbare werk en het vrijwilligerswerk nu eindelijk eens eerlijker!

Daarbij wijst iemand uit het publiek erop dat juist mensen met werk relatief  veel vrijwilligerswerk verrichten. Dat kan statistisch kloppen maar deze groep wordt niet door de overheid op de hielen gezeten. Daar is het in ieder geval “zuiver vrijwilligerswerk”.

Twee wethouders van GroenLinks; beiden ondanks bezuinigingen positief over hun werk en de participatiesamenleving. We zullen zien wat 2014 en de verdere toekomst ons brengt. GroenLinks zal tegengas moeten blijven geven waar de participatiemaatschappij zichzelf ondergraaft en doordraaft richting vrijwilligerswerk onder dwang.