1 mei is voor veel landen een vrije dag, niet in Nederland, toch herdenken we vandaag de Dag van de Arbeid. Niet met een parade of strijdliederen, wel met discussie over werk, werkloosheid en de betekenis van werk. Deze avond discussieerden 20 aanwezigen met inleider Ruard Ganzenvoort. Ruard is 1e Kamerlid voor GroenLinks en theoloog aan de VU in Amsterdam.
Het was een veelzijdig debat waar ik een aantal aspecten wil uitlichten. Volgens Ruard moeten we ervan uitgaan dat de nieuwe generatie het minder gaat krijgen dan de onze, de nu 45-65 jarigen. Structureel is er geen werk voor iedereen als we blijven werken en overwerken zoals nu. Een eerlijkere verdeling en minder lange werkweken zouden soelaas kunnen bieden.
In het publiek waren drie jonge studentes aanwezig. Ze werken hard aan hun studie om straks een baan te kunnen bemachtigen op de veeleisende arbeidsmarkt. Zelfs jonge mensen lopen daardoor de kans een burn-out te krijgen op hun 25ste. Nee, met 6jes haal je het niet meer tegenwoordig: twee studierichtingen, extra vakken of bijzondere stages zijn nodig om aan werk op academisch niveau te komen. Lukt het niet dan daal je af naar HBO niveau en lager of je komt helemaal niet aan werk.
Verdringing was een belangrijk thema. De academici verdringen Hbo’ers, die op hun beurt de Mbo“ers naar een lager niveau verdringen. Evenals stagiaires die blijven zitten en nieuwe werknemers verhinderen om toegang tot de arbeidsmarkt te krijgen. Vrijwilligers die werk doen waar voorheen iemand zijn of haar brood mee verdiende. Als Delfts voorbeeld kwam het ontslag van buurthuismedewerkers aan de orde.
De 24-uurseconomie: zegen of een doodlopende weg naar een overspannen economie? Handig om op zondag of ’s avonds nog even boodschappen te kunnen doen. Maar wat is de keerzijde? Komen de werknemers nog wel aan rust toe? Wat zijn de gevolgen voor de kleine winkelier? Is de een z’n vrijheid niet de ander z’n ellende? Ook Delft kent ZZP ‘ers, die hun zaak moesten sluiten omdat ze het loodje leggen in concurrentie met grote ondernemingen die zondag wel open zijn.
Er wordt aan de ene kant hard gewerkt en veel verdiend in Nederland, aan de andere kant verliezen steeds meer mensen hun baan en inkomen. De vaste baan wordt steeds meer vervangen door tijdelijke- en flexibele banen. Daarnaast ligt er ook een grote druk op mensen door angst voor ontslag. Mensen zijn steeds meer bereid meer te doen voor minder geld, zeggenschap en zekerheid. Wat dat betreft is de marxistische analyse van arbeidskracht in dienst van het kapitaal nog steeds van kracht.
Wat is de waarde van arbeid naast het verdienen van inkomen? Bijdragen aan de maatschappij vindt de een, bijdragen aan een groter geheel, erbij horen zegt de ander. Je kunnen ontplooien en ontwikkelen zijn ook immateriële aspecten van werk. Iemand vertelde dat hij niet meer had dan een paar jaar middelbare school. Juist in zijn werk en binnen de vakbond had hij zich verder kunnen ontwikkelen.
Hoe zorgen we nu voor een samenleving met meer balans en harmonie? In de ideale maatschappij draagt iedereen bij naar vermogen en krijgt wat hij of zij nodig heeft. Maatschappelijke participatie is meer dan een betaalde baan. Maatschappelijke betrokkenheid, vrijwilligerswerk, werken aan vergroening, vernieuwing, doorlopende (om)scholing, ontwikkeling en creativiteit zijn van minstens even groot belang voor de samenleving.
Werk heeft ook nog eens te maken met waardering. Hoofdwerk wordt doorgaans meer gewaardeerd dan handwerk. Ruard ziet wat dit betreft een kentering ontstaan. Hoewel hij niet pleit voor terugkeer van alle vormen van “maakindustrie” vindt hij dat herwaardering van handwerk zeer nodig is.