Drie punten telde de agenda van de Partijraad van 23 oktober. De kabinetsformatie, de verkiezing van een nieuw Partijraadsbestuur, maar hoofdonderwerp was de discussie over het referendum.

De discussie in de partijraad over het referendum kwam niet uit de lucht vallen. Het verkiezingscongres in april besloot tamelijk onverwacht en met een krappe meerderheid de Referendumwet uit het verkiezingsprogramma te schrappen. Zie ook het verslag in het GroenLinks magazine van november, pag. 5. Nog in maart had de GroenLinksfractie in de Tweede Kamer de initiatiefvoorstellen van GroenLinks, PvdA en D’66 voor een correctief en een raadgevend referendum verdedigd. Na het congres besloot het Partijbestuur tot een partijbrede discussie en de Partijraad is het aangewezen orgaan om die discussie te starten. Inleidingen van Dick Pels van het wetenschappelijk bureau, van Femke Halsema alsmede voorbereidende stukken leverden de nodige informatie.

In de discussie speelde ook de vraag mee of de GroenLinksfractie in de Tweede Kamer de initiatiefvoorstellen verder kan verdedigen. Het wetgevingsproces hoeft alleen nog afgerond te worden door de huidige, nieuwe Tweede Kamer. Die afronding zou op korte termijn kunnen plaatsvinden. De kans is redelijk groot dat de Tweede Kamer beide voorstellen aanneemt.
Dick Pels wees in zijn inleiding op de lange geschiedenis van het referendum in GroenLinks en op de zijns inziens vreemde situatie dat het Referendum van links naar (populistisch) rechts lijkt te verhuizen. Angst voor populisme was daar volgens hem niet vreemd aan, maar die angst is een slechte raadgever, meende hij. CDA en VVD zetten in op pure parlementaire soevereiniteit. Rechtse en linkse populisten zetten in op het soevereine volk. En dan past een genuanceerde visie, die de representatie in het parlement niet aantast maar ruimte laat voor correctie door middel van een referendum.
Femke Halsema begon met op te merken dat ze toch een beetje van haar stoel was gevallen (‘flabbergasted’) toen het congres het Referendum uit het verkiezingsprogramma schrapte. Hoe nu verder? Femkes inzet was duidelijk. Niet alleen een discussie over principes en uitgangspunten, maar ook graag een antwoord op de vraag of de fractie verder kan. Zo’n reactie van de Partijraad was in haar ogen duidelijk belangrijk, ook al beslist de Partijraad niet, maar uiteindelijk het Congres. Ze benadrukte het belang van een bindend correctief Referendum als mogelijkheid om op belangrijke onderwerpen de burgers van dit land de mogelijkheid van correctie te bieden. Maar bindend betekent, benadrukte ze ook, dat daarna het parlement weer aan het woord is.
Diederik ten Cate, voormalig voorzitter van Dwars, verdedigde op het congres het schrappen van het Referendum uit het verkiezingsprogram nog. Hij lichtte zijn standpunt aan het begin van de discussie nog eens toe en bleek er nu veel genuanceerder over te denken dan in april.

De discussie in de zaal ging vooral over de voors en tegens van de verschillende vormen van referenda (vooral raadgevend tegenover correctief) en de voorwaarden (opkomst, waarborgen voor minderheden). De discussie was breed, mede dankzij de discussieleiding, en zeker de helft van de aanwezigen kon een inbreng geven. Daarbij bleek dat bijna niemand ronduit tegen het invoeren van een referendum was. Wel was er een breed palet van nuanceringen, waarbij vooral bezwaren werden ingebracht tegen een raadgevend referendum. Dat laatste kan door burgers aangevraagd worden, zodat het initiatief niet bij het parlement ligt.
Bij de meningspeiling aan het eind kreeg Femke voluit steun om door te gaan, bleek tweederde voor een correctief referendum te zijn en de helft voor (of tegen) een raadgevend referendum. Ondergetekende heeft in alle drie de gevallen voor gestemd.
Het Referendum komt opnieuw aan de orde op het GroenLinks congres in februari, voorafgaand aan de Provinciale Staten-verkiezingen.

Daarna kwam de kabinetsformatie aan de orde en vooral de opstelling tegenover het huidige kabinet. Een verslag hiervan is te vinden op pag. 8 en 9 van het GroenLinks magazine van november. Femke Halsema noemde de kabinetsformatie – niet verrassend – ‘rommelig’, vooral de eerste week. GroenLinks had vaak ‘stampvoetend’ aan het overleg over Paarsplus meegedaan, maar tegelijkertijd was die fase ook vaak leuk geweest. Lubbers had volgens haar als ‘informateur van dienst’ GroenLinks gebruikt, door ten onrechte mee te delen dat Femke tegen hem zou hebben gezegd dat er geen andere mogelijkheid meer was dan het onderzoeken van de VVD/CDA/PVV-variant.
Femke beklemtoonde de noodzaak van harde oppositie tegen dit kabinet. Daarvoor is samenwerking met anderen nodig, vooral met PvdA en D66. Daarop kwam enige nuancering. Dick Pels vertelde dat bij de bestaande samenwerking tussen de wetenschappelijke bureaus van GroenLinks, PvdA, SP en D66, het vooral D66 is die afhaakt en zich meer richt op het midden (lees VVD).
Over de positionering ten opzichte van dit kabinet en de samenwerking met andere partijen komt een extra Partijraad in januari, zo werd afgesproken.

De Partijraad koos ten slotte een nieuw Partijraadsbestuur. Van het oude Partijraadsbestuur werd alleen Maarten van Beek herkozen. Marcel Vissers uit Delft haalde het – jammer genoeg – net niet.

Herman van Beek, lid van de partijraad namens de afdeling Delft