Vandaag ga ik het Techniek Ontmoetingspunt (TOP) openen. Het wordt gevestigd in het oude postkantoor op de toch al bijzondere Hippolytusbuurt. Een prachtplek en voor de gemeente ook een bijzonder plek. Loop de deur van het nieuwe TOP uit en kijk. Dan zie je nog geen honderd meter naar links ook het TIP.
Hebben het TIP en het TOP iets met elkaar te maken? Voor mij wel. Het zijn twee plekken waar de sterke kanten van Delft worden uitgevent. Het TIP pakt ál het moois van de stad mee.
En het TOP benadrukt één aspect waarmee Delft zich onderscheidt: technologie.
Delft is Kennisstad.
De wereld kent ons vaak via de TU en via de bedrijven en technische instituten. Kijk bijvoorbeeld eens op de persberichtensite van de TU. Dan gaat er een wereld voor je open.
Studenten die een prijs winnen voor het ontwikkelen van een ruisarme versterker voor ultrabreedband communicatie. Vloeistofkanaaltjes met de omvang van één DNA-molecuul.
Simulaties en wiskundige modellen van dynamische verkeerstromen. De studentensatelliet die in aantocht is. Scooters die geen lawaai en uitlaatgassen produceren. In de TU en in al die bedrijven en technische instituten gebeuren dingen, waarvan ik waarschijnlijk nog geen twee procent kan volgen. Maar wat ik wél snap, dat is dat die technologie intrigeert en boeit.
En ik snap dat allerlei vindingen kunnen leiden naar oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. En techniek is ook gewoon leuk. Laten we wel wezen: als de NUNA voor de derde keer wint in Australië, dan vinden we dat leuk. Dus techniek kan ook nog een oranjegevoel oproepen. En zeker een Delft-gevoel.
Vandaag mag ik dus het TOP openen, het Techniek Ontmoetings Punt.
Staat het TOP er vanaf vandaag in de definitieve vorm? Is het af? Vast niet, ook al is er veel werk verzet. Ik zie het TOP als een groeibriljantje. Het begint klein en subtiel.
En dan geleidelijk uitbouwen naar iets moois, waarvan iedereen zegt ‘hadden we dat maar veel eerder gedaan’. Mijn advies aan de initiatiefnemers is dan ook:
Overtuig de sceptici.
Berust in de zwartkijkers.
En verleidt de aarzelaars.
En dat geldt misschien ook voor de gemeente.
De gemeente heeft de wens te komen tot een gemeentelijk informatiecentrum over grote projecten. Als wethouder Communicatie praat ik met het TOP om te kijken of we op dat punt iets voor elkaar kunnen betekenen. Het TOP wil de Delftse wetenschap en creativiteit zichtbaar maken. Dingen zichtbaar maken die verstopt blijven. Dingen naar de voorgrond halen die we misschien wel in het buitenland laten zien, maar hier niet. Mensen elkaar laten ontmoeten.
Contact laten ontstaan. Ik weet hoe moeilijk dat kan zijn. Tegelijkertijd weet ik ook hoe vaak er dan mooie dingen ontstaan. Ik wil de initiatiefnemers complimenteren met hun inzet.
Een stad is gezegend als er mensen zijn die op enig moment zeggen: ‘en nou moet het er maar eens van komen’. De gemeente moet en kan die rol niet steeds nemen. Dus heb je mensen nodig die gewoon beginnen en wel zien waar ze uitkomen. TOP-mensen, zogezegd.