In het manifest ‘Een sociale bijstand: wel bijverdienen, geen verplichtingen’ vraagt Bram van Oijk staatssecretaris Jette Klijnsma om gemeenten meer ruimte te bieden voor een sociaal en solidair bijstandsbeleid. De strenge fraudewet vindt GroenLinks te ver gaan. Deze is ten onrechte gebaseerd op wantrouwen jegens uitkeringsgerechtigden. GroenLinks wil ook in Delft meer experimenteerruimte om mensen met een uitkering een betere kans op werk te bieden.
Tegenprestatie gaat uit van eigen motivatie
In Delft streeft GroenLinks Wethouder Stephan Brandligt er naar om ondanks het strenge keurslijf van het Rijk een zo sociaal mogelijke invulling aan het bijstandsbeleid te geven. Bij de tegenprestatie wordt zo veel mogelijk uitgegaan van wat mensen zelf leuk vinden en kunnen. GroenLinks gaat er vanuit dat mensen zelf iets willen doen en betekenen voor een ander. Bijna niemand kiest er voor om niets te doen en de hele dag uit verveling thuis op de bank te hangen. Vrijwilligerswerk en dagbesteding zorgt voor sociaal contact en biedt kansen voor ontwikkeling en perspectief op een baan. Voor een re-integratietraject naar werk, wat iets anders is dan een tegenprestatie, moet echter wel een verplichting worden opgelegd.
Kwetsbare doelgroepen ontzien
Het sanctiebeleid wordt op een zo zorgvuldig mogelijke manier uitgevoerd. Dit doet de gemeente door vooraf duidelijke informatie te geven over verplichtingen en de consequenties van het niet nakomen hiervan. Dankzij een door GroenLinks ingediend amendement wordt voor het opleggen van een sanctie eerst gekeken of ‘verwijtbaarheid redelijkerwijs ontbreekt’. Hiermee heeft de gemeente de mogelijkheid om doelgroepen te ontzien die niet aan bepaalde verplichtingen kunnen voldoen. Het gaat dan om mensen die in complexe omstandigheden verkeren, mensen met een verstandelijke beperking of een psychische aandoening. Ook mogen kinderen die in armoede leven niet de dupe worden van het korten, een maand niet uitbetalen of stoppen van de uitkering. Toch is de gemeente verplicht om zich aan de strenge fraudewet te houden.
Zwakke inkomenspositie alleenstaande ouders
Tegenwoordig is de economie er op ingesteld, dat een gezin wordt onderhouden met het inkomen van tweeverdieners. Vrouwen en mannen werken in deeltijd om werk te kunnen combineren met de zorg voor kinderen en/of mantelzorg. Alleen met een behoorlijk uurloon lukt het om met part-time werk economisch zelfstandig te zijn. Voor een groep alleenstaande ouders lukt het niet om in hun eentje voldoende inkomsten te verwerven voor hun gezin. Ze zijn daardoor aangewezen op een uitkering. Het loont nu echter niet om part-time te werken en tegelijkertijd afhankelijk te zijn van een uitkering. Met de administratieve rompslomp die dit geeft wordt het nog eens extra ontmoedigend.
Manifest: Wel bijverdienen, geen verplichtingen
Met het manifest vraagt GroenLinks in de Tweede Kamer om meer mogelijkheden te bieden om bij te verdienen zonder dat dit verrekend wordt met de uitkering. Zo wil GroenLinks alleenstaande ouders de mogelijkheid bieden van een basisinkomen, waarbij ze part-time werk kunnen doen waardoor ze op een inkomen uitkomen dat iets hoger is dan de huidige uitkering. Hierdoor worden alleenstaande ouders gestimuleerd in plaats van ontmoedigd in het hebben van een part-time baan naast hun uitkering. Het vergroot hun kans om helemaal financieel onafhankelijk te worden. Het levert voor de gemeente een besparing op aan uitkeringsgeld.
Experimenteren met basisinkomen in Delft
Met het manifest en in navolging van Nijmegen, Utrecht, Groningen en Amsterdam wil de fractie van GroenLinks Delft verkennen wat de mogelijkheden zijn om te experimenteren met een basisinkomen of andere bijverdienmogelijkheden. De komende tijd gaat de fractie het idee voor Delft verder uitwerken. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat dit geen nadelige effecten heeft voor andere doelgroepen van de Participatiewet, zoals mensen met een arbeidshandicap. We willen hiermee een win-win situatie creëren voor alleenstaande ouders met een uitkering en een besparing realiseren die weer kan worden ingezet ten gunste van het armoedebeleid in Delft.