GroenLinks lijsttrekker Saskia Bolten brak tijdens de nieuwjaarsreceptie van GroenLinks een lans voor een duurzame toekomst. Hieronder kunt u de volledige toespraak lezen.

Beste mensen, geachte aanwezigen.

Graag heet ik u allemaal namens de GroenLinkse kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen hartelijk welkom op deze nieuwjaarsreceptie. Op 3 maart zijn de verkiezingen. En wij gaan ervoor.
Deze week heb ik een paar verkiezingsprogramma’s  van andere partijen gelezen. Ons programma is natuurlijk het beste. Maar ik zeg er in één adem bij: inhoudelijk zijn er naast verschillen ook veel aanknopingspunten. Op basis van de inhoud kunnen “Wij van GroenLinks” best een coalitie sluiten met de serieuze partijen in onze stad.

Waar het wat ons betreft op aankomt is dat de coalitie de komende vier jaar “Samen met de Stad” werkt. En dat betekent meer dan “Samen vóór de Stad".
“Samen met de Stad” is de titel van ons programma en niet voor niets. Wij willen een open en actieve gemeente, die betrokken burgers serieus neemt en daarmee samenwerkt.
Natuurlijk zijn onze GroenLinkse programmapunten voor fractie en wethouder het startpunt. Maar als je “Samen met de Stad” werkt, zullen die programmapunten ingevuld en verrijkt worden met en door creatieve ideeën van anderen. Het wordt wat ons betreft: zonder dogma’s geven en nemen. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden.

Onze startpunten zijn deze:
Wij zijn GROENLinks. En dus willen we bij de ontwikkeling van de stad samenwerken aan een groene gemeente. Daarin is ruim baan voor fiets en OV. We versterken de groene ruimte. We maken het waterbeheer duurzaam. Het klimaat- en energiebeleid maakt het verschil.
Wij zijn GroenLINKS. En dus willen we samenwerken aan een linkse gemeente. Daarin staan het sociaal beleid en onderwijs in het teken van participatie en ontplooiing. Wijkgericht werken sluit aan bij de ideeën die wijkbewoners zelf hebben over hun wijk. Het stimuleert mensen hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en een stap voorwaarts te zetten zonder ze te pamperen. Vrijwilligers krijgen een grotere rol krijgen bij het welzijn in hun buurt en worden daarin serieus genomen. En professionals worden gevraagd samen de handen ineen te slaan en na te denken over mogelijkheden om de sociale samenhang, integratie, maatschappelijke participatie en de veiligheid in de wijken te vergroten.
Bij de samenwerking aan de linkse gemeente horen ook zorg op een menselijke manier voor diegenen die dat nodig hebben, geschikte woningen voor iedereen en last but not least internationale solidariteit: We denken mondiaal – en handelen lokaal.

Beste mensen,
In Delft bestaat een Pact tegen Armoede. Als GroenLinks wethouder heb ik samen met geïnspireerde en actieve mensen in de stad het initiatief genomen voor dit Pact. En het is inmiddels ondertekend door 70 organisaties en bedrijven, die allemaal verantwoordelijkheid hebben genomen voor de bestrijding van armoede in de breedste zin van het woord. We worden er buiten de grenzen van Delft om geprezen. En er zijn inmiddels ook andere gemeenten die dergelijke initiatieven nemen.
In de periode die voor ons ligt, lijkt het mij een uitdaging om vanuit de GroenLinkse visie te werken aan verbreding van het Pact tot een Sociaal Duurzaam Pact. Delft heeft naar mijn overtuiging behoefte aan een duurzaam pact waarbij de gemeente “Samen met de Stad” kiest voor de uitbouw van een ecologische sociale economie.
Want hoe goed wij onze best ook doen, de armoedecijfers in onze stad zijn vanuit de historie steeds relatief hoog. Het kan weer erger worden. Vandaag stond in de media dat de Voedselbank in de Randstad een nieuwe categorie klanten heeft, namelijk zzp-ers, kleine zelfstandige ondernemers. Men kan dan in dezelfde kranten schrijven dat de economische crisis zich aan het oplossen is, maar er zijn plekken in onze stad, waar we daar nog maar weinig van merken. Neem bijvoorbeeld De Buitenhof.

De werkloosheid in die wijk is groot. Een op de drie kinderen groeit daar op in een huishouden zonder werk. Delft is een toeristische stad. Héél Delft wel te verstaan. Dat heeft de politiek zo besloten om de winkeltijdenwet te ontduiken ten gunste van de 7x24 uurs economie. Ga naar de Buitenhof en zeg me of deze wijk toeristen aantrekt. Het is een internationale wijk. Maar niet toeristisch. Er is in de wijk weinig te doen. Niet voor de toerist en ook niet voor de bewoners en hun kinderen.
De woningen zijn niet echt slecht, maar er verdwijnt wel veel warmte door deuren, vensters, spleten, kieren en soms ook door ingegooide ruiten. Waarschijnlijk is de energierekening van de bewoners in de Buitenhof aanzienlijk hoger dan die van rijkere mensen elders in de stad. Zie hier het belang van een ecologische sociale aanpak.

Kyoto kan bijdragen aan de strijd tegen armoede. Laten we met zijn allen investeren in de renovatie van de woningen en de wijk. Laat de corporatie daarbij het voortouw nemen. Want die weet precies wie waar woont en met welke dingen de bewoners zich bezig houden. Al was het maar omdat Woonbron nauw samenwerkt met basisschool De Horizon en die bij mensen thuis komt op een manier die zij waarderen. De woningen en wijk hebben een stevige opknapbeurt nodig. Dat schept werk, misschien zelfs in de eigen wijk. Als het maar creatief aangepakt wordt, bijvoorbeeld samen met organisaties als Stunt, de Hogescholen en Technische Universiteit, Breed Welzijn, DOK,  kringloopwinkels en de opleiding voor mensen in de bouw. Als initiatiefnemer en ondertekenaar van het Sociaal Duurzaam Pact, werkt de gemeente uiteraard ook mee. Door nieuw beleid te formuleren, die belemmeringen voor creatieve oplossingen wegneemt. Nieuw beleid, bijvoorbeeld op het gebied van Ruimtelijke Ordening, op het gebied van de Wet Werk en Bijstand en op het gebied van de aansturing van gesubsidieerde organisaties en andere partners in de stad.

Beste mensen, de Buitenhof is maar één voorbeeld. Ook op andere gebieden bepleit ik een Sociaal Duurzaam Pact. Daarmee kan de internationale solidariteit een impuls krijgen. Wij kunnen daarbij ook van mensen in andere landen leren. Bijvoorbeeld het mooie van het zelf produceren van wat je consumeert. Voedsel eten van het seizoen en de eigen regio, in plaats van commercieel geproduceerd en gedistribueerd, bewerkt fastfood. In zelf gebouwde huizen wonen, die zijn gemaakt van duurzame en herbruikbare materialen als hout en baksteen, en niet alleen van beton. Kleren maken van natuurlijke vezels, zonder uitbuiting van mensen en grondstoffen. Ik vind dat niet een lage kwaliteit van leven. Integendeel, een op zelfvoorziening gebaseerde economie biedt misschien wel een hoge kwaliteit van leven. De internationale solidariteit van burgers van Delft en die van onze zustersteden is daar mede op gericht en verdient grotere steun van de gemeente en gemeenschap dan de laatste jaren het geval was.

Daarbij moeten we niet vergeten of ontkennen dat alle mensen in alle samenlevingen nog steeds afhankelijk zijn van de natuur. Zonder schoon water, vruchtbare bodem en diversiteit van groentesoorten kan de mens zich niet in leven houden. De gemeente Delft kan kennis bieden voor deze gemeenschappelijke ecologische en sociale zaken in andere landen. Ik hoop dat de TU, Hogescholen en andere kennisinstituten in dit licht hun handtekening zullen zetten onder het Sociaal Duurzaam Pact.

Tot slot noem ik het belang van het Pact voor het op orde houden van de financiën. De begroting 2010 en volgend van de gemeente Delft vertoont al een bezuiniging van bijna 10 miljoen. Als de regering onverkort doorgaat met de uitvoering van het bestuursakkoord met de VNG, komt er nog een structureel probleem van 15 miljoen bij.  Het is mijn stellige overtuiging dat we zulke grote bedragen alleen kunnen opvangen als we dit doen “Samen met de Stad”. Een Sociaal Duurzaam Pact biedt ook daarvoor een kans. Minder euro’s duurzamer en socialer, groener en linkser besteden. Die uitdaging en uitnodiging doe ik aan de kiezers en de serieuze partijen in de stad. 2010 kan een mooi jaar worden voor Delft.

Ik wens u allemaal een gelukkig 2010. Een jaar waarin de samenwerking met de stad een nieuwe impuls krijgt.