In de Spoorzone wordt globaal bestemd. In de bestemmingsplannen worden eigenlijk alleen nog maar de lengte, de breedte en de hoogte van bouwwerken vastgelegd. Zelfs de bestemming staat niet vast. Er is sprake van zogenaamde vraaggestuurde planologie. Nu de economie weer aantrekt staan ontwikkelaars te trappelen om plannen te realiseren. Maar wat blijft er over van de regels van de raad als OBS onverstoorbaar door gaat met plannen voor de invulling van de kavels en in rap tempo contracten (anterieure overeenkomsten) sluit met ontwikkelaars? Hoe houdt de raad grip op plannenmakers en investeerders die zich niet geremd voelen door welk kader dan ook? 

In de commissie RVW van dinsdag 6 oktober hebben wij onze zorg geuit en het college er aan herinnerd wat is afgesproken over de betrokkenheid van de raad in het vervolgtraject na de vaststelling van het Integraal Ontwikkel Plan (IOP). De raad zou op vier niveaus geïnformeerd of geraadpleegd worden:

  1. Kwartaalrapportages met de voortgang in brede zin, inclusief financiën en risico’s van het project Spoorzone. Een werkgroep van raadsleden heeft gezorgd voor leesbare kwartaalrapportages en een scheiding van technische presentatie en politieke behandeling in de commissie. Dat loopt op zich wel goed. Eventueel kan de raad, naar aanleiding van de bespreking, besluiten tot het indienen van een motie.
  2. Raadsactiviteiten. Informele activiteiten zoals de spoorzone wandelingen en interactieve sessies. De raad wordt bijgepraat over actualiteiten en bouwontwikkelingen. Dat zijn toch vooral eenzijdige informatiebijeenkomsten, weinig interactief en volstrekt zonder status.
  3. Actualisaties. Het IOP zou een levend document zijn dat op onderdelen, zoals fasering en grondexploitatie, wordt geactualiseerd. Eens per 2 jaar of bij grote wijzigingen tussentijds. Het document geeft altijd een actueel beeld van Nieuw Delft. Inmiddels zijn ruim 2 jaar verstreken, en er is nog geen geactualiseerd hoofddocument aan de commissie RWV aangeboden.
  4. Uitwerkingen. Dat betreft bestemmingsplannen voor deelgebieden of bestemmingsplannen voor projecten, en beeldkwaliteit.

Bij de uitwerking van projecten zit onze voornaamste zorg. Hoe wordt de raad voldoende betrokken bij de concrete invulling van de kavels? Er bestaat voor de raad eigenlijk geen enkel toetsmoment om te beoordelen of plannen voldoen aan de kaders die de raad heeft gesteld. We zien sommige projecten pas bij de vaststelling van een bestemmingsplan bij strijdig gebruik met Ruimtelijke Ordening. Die projecten zijn vaak al heel ver uitgewerkt en financieel dicht gerekend als ze aan de raad worden voorgelegd. Door de drang van de gemeente om plannen gerealiseerd te krijgen, voelt dat vaak als een voldongen feit. Het is eerder gebeurd dat de raad dan met de rug tegen de muur een plan goedkeurt.

De Stadsbouwmeester, Q-kamer en Welstand beoordelen of projecten voldoen aan de eisen. Maar de gemeenteraad heeft zelf geen toetsmoment op het realiseren van de ambities uit het IOP. Zo verliest de raad haar grip op de kwaliteit van Nieuw Delft als OBS straks in hoog tempo dealtjes sluit met ontwikkelaars binnen de globale kaders van het bestemmingsplan.