Deskundigen hebben zeker drie maanden meer nodig voor de milieu-effectrapportage over de A4 tussen Delft en Schiedam.
Er zijn twijfels gerezen of dit tracé inderdaad wel op alle fronten beter scoort dan varianten die Rijkswaterstaat liever niet meer wil onderzoeken.
De belangrijkste variant is verbreding van de A13 ten noorden van Overschie in combinatie met een nieuwe verbinding naar het Terbregseplein, de A13-A16.
Oud-staatssecretaris Dick Tommel heeft aanvullende informatie gevraagd aan het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Tommel is voorzitter van de werkgroep A4 van de commissie voor de milieu-effectrapportage (MER) in Utrecht. Het zou gaan om exact dezelfde gegevens die de Tweede Kamer van minister Peijs verwacht. De Kamer heeft brieven van raadsmeerderheden in de gemeenten Schiedam en Vlaardingen, aan de minister doorgestuurd ter beantwoording.
De hamvraag is waarom Rijkswaterstaat de nadelen van de A4 ten opzichte van de brede A13 met A13-A16 niet noemt. In een nieuwskrant van de provincie Zuid-Holland over de Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS) noemt Oscar Mendlik van Rijkswaterstaat alleen voordelen van de A4.
Gemeenteraadsleden in Schiedam en Vlaardingen zijn ongerust dat de A4 de bestaande fileproblemen op de A13 en de A20 niet oplost, maar juist verergert. Ook de doorstroming op de A4 zou stagneren. Voor de totale verkeersafwikkeling tussen de Rotterdamse en de Haagse regio's zou de A13-A16 met een bredere A13 ten noorden van Overschie beter zijn.
Bron: Kor Kegel in het Rotterdams Dagblad van 6 augustus 2005.
Zie hier de lijst met nog lopende MER-onderzoeken