Het is vandaag 10 december, de internationale dag van de mensenrechten. We vieren dat op 10 december 1948 de universele verklaring van de rechten van de mens door de algemene vergadering van de Verenigde Naties aangenomen werd. Het beschermen en bevorderen van mensenrechten, dat is toch iets van ver weg, in het buitenland, toch? Kijk naar de feiten: mensenrechten blijven een aandachtspunt, ook in Nederland. Vergeet daarbij niet de “kleinere”mensen, de kinderen. Mensenrechten vormen de basis voor alle wetgeving en beleid van de overheid. Dus van het lokaal bestuur. Ook in Delft.

 

De afdeling GroenLinks Delft heeft herhaaldelijk zijn steun gegeven voor de komst van een Nederlands mensenrechteninstituut. Sinds 2 oktober 2012 heeft Nederland een College voor de Rechten van de MensMensenrechten zijn, volgens het College voor de Rechten van de Mens, “rechten die ieder mens toekomen, waar ook ter wereld. Mensenrechten zijn er om mensen te beschermen tegen de macht van de staat en moeten ervoor zorgen dat iedereen kan leven in menselijke waardigheid. Mensenrechten betekenen bijvoorbeeld dat iedereen een eigen vrije mening mag hebben en uiten en dat de overheid niet zomaar geweld tegen burgers mag gebruiken. Ook houden ze in dat je recht hebt op onderwijs, op genoeg te eten en een dak boven je hoofd. Staten hebben met elkaar afgesproken deze rechten voor iedereen te zullen garanderen. Mensenrechten vormen de basis voor alle wetgeving en beleid van de overheid”  Het gaat dus om burgerrechten en politieke rechten maar ook sociale en economische rechten.  Denk aan het recht op behoorlijke levensstandaard: armoedebestrijding hoort dus in het bredere kader van mensenrechten. De Nederlandse overheid, zowel landelijk als lokaal, moet afspraken nakomen die eerder in dit verband zijn gemaakt. 

Nederland heeft in 1995 het VN-kinderrechtenverdrag geratificeerd. Toch waarschuwen rapporten van organisaties zoals Unicef of Defence for Children dat het in Nederland niet goed is gesteld met de rechten van bepaalde groepen kwetsbare kinderen. Denk aan vreemdelingenkinderen voor wie de toegang tot goede medische zorg nog steeds problematisch. Niet alle kinderen in Nederland hebben dus dit recht. Er wordt een onderscheid gemaakt.  Volgens Ton Liefaard, hoogleraar kinderrechten aan de Universiteit Leiden, wordt bij beleid niet altijd rekening gehouden met wat het concreet betekent voor kinderen. Terwijl dat zou moeten, volgens het Kinderrechtenverdrag.

Wat zijn de gevolgen van de bezuinigingen op kinderen, en met name de kwetsbare? Denk aan de plannen rondom het passend onderwijs. Wat betekent het voor het recht op onderwijs? Wordt ervoor gezorgd dat kinderen met een beperking voldoende ondersteuning houden bij het volgen van onderwijs, ook in tijden van bezuiniging? Denk ook aan elk beleidsonderwerp, niet alleen specifieke  “jeugdonderwerpen”. Vorige week werd bijvoorbeeld bekend dat steeds meer Nederlanders, nu circa 1,1 miljoen, niet rond kunnen komen. Wat betekent dit voor kinderen? De Kinderombudsman waarschuwde al eerder in zijn eerste rapport dat 1 op de 10 kinderen in Nederland in armoede opgroeit.

Bij elk beleidsonderwerp vragen en inzichtelijk krijgen wat de effecten zijn op kinderen. Dat is een eerste concrete stap voor het beleid in Delft. Dat kan straks bij het monitoren van de gevolgen van de stapeling van bezuinigingen. Zo kunnen we de kinderen in Delft beter beschermen. Tegelijkertijd is het belangrijk te beseffen dat het lokaal bestuur niet in een vacuüm opereert. Het is gebonden aan afspraken over mensenrechten en kinderrechten.