Bertus Laros

Er is een boom geveld
Met lange groene lokken.
Hij zuchtte ruisend als een kind
terwijl hij viel
nog vol van zomerwind.

Bertus was als kind al actief. Hij was in hart en nieren antifascist. Hij zei altijd: met fascisten praat je niet, die bestrijd je. En dat heeft hij gedaan, al vanaf zijn 11e jaar toen de oorlog uitbrak. In zijn ouderlijk huis werden vluchtelingen opgevangen. En vanuit zijn ouderlijk huis werd de illegale verzetskrant De Waarheid gedistribueerd. Bertus had daarbij een belangrijke taak. De krant moest naar adressen aan de andere kant van de Schie worden gebracht, terwijl op de Koepoortbrug Duitse soldaten het inkomende en uitgaande verkeer controleerden. Omdat een jongen van 11 makkelijker tussen de controles door zou kunnen slippen, kreeg Bertus de pakketten met kranten op zijn  borstkas gebonden, een trui eroverheen en zo  liep hij  over de Koepoortbrug. En dat 5 jaar lang. Van het begin van de oorlog in 1940 tot de bevrijding van 1945.

Na de oorlog bleef hij actief: hij deed mee aan Vietnamdemonstraties en demonstraties tegen de neutronenbom. Hij werd voorzitter van de ondernemingsraad in de Delftse Kabelfabriek en bokste voor elkaar dat zijn Italiaanse collega’s daar dezelfde pensioenrechten kregen als de autochtone werknemers.

Wij in GroenLinks kennen Bertus vooral als woordvoerder namens de vogels, namens de polders, met name de Bieslandse Boven- en Benedenpolders, namens de natuur, vooral in de Delftse Hout.

Elke dag was Bertus te vinden in de Delftse Hout, bij de Kinderboerderij, de Papaver en buiten op de fiets. Hij had zijn oren en ogen open. Hij meldde misstanden. Als hij lucht kreeg van plannen van de gemeente of provincie, die ten koste zouden gaan van het door hem zo geliefde gebied, was hij onverbiddelijk. Avondenlang heeft hij brieven geschreven, vergaderingen bezocht, belangengroepen georganiseerd. Menig plan heeft hij doen sneuvelen, zoals de roeibaan door Klein Delfgauw, de wakeboard-baan op en de voorgestelde horeca bij de Grote Plas, de bouw van huizen in de Bieslandse polder en het omkatten van het Arboretum Heempark tot een gewoon deel van de Delftse Hout. Door zijn inzet bestaat Klein-Delfgauw nog. Zo was Bertus, hij kwam op voor de belangen van van de natuur. Hij stond voor zijn mening en had geen angst voor autoriteiten. Ook vrienden pakte hij aan, zoals o.a. Jan Duijndam over het beheer van het Arboretum, en Fleur Norbruis en mijzelf als wij dreigden in te stemmen met plannen van het college die ten koste van de weidevogels, stiltegebieden of andere belangrijke natuurwaarden in de polder zouden gaan.

Fleur en ik hadden bij aanvang van ons werk als raadslid ongeveer dezelfde ervaring met Bertus. Fleur zei het heel mooi:  “In het begin van mijn raadslidmaatschap schrok ik, omdat ik nieuw en hij heel ervaren en vasthoudend was (hij liet zich niet met onduidelijkheden afschepen). In de loop van de tijd werd Bertus een belangrijke groene informant voor me. Dat had ook zeker te maken met zijn enorme kennis van het gebied en de voorgeschiedenis ervan, waar hij graag over vertelde.”

Tien jaar geleden ontving Bertus uit handen van de Vogelbescherming de erepenning “De Gouden Lepelaar”. Dit is een prestigieuze onderscheiding voor mensen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het wel en wee van vogels. Deze onderscheiding wordt jaarlijks door de Vogelbescherming Nederland uitgereikt aan één persoon. Deze onderscheiding is dus zeer speciaal. Dat juist Bertus hiervoor in aanmerking is gekomen mag, als je Bertus kent, ook eigenlijk geen verrassing zijn. En met recht was hij ook ere-lid van de Vrienden van Biesland. Want zonder hem zou de Polder van Biesland er waarschijnlijk helemaal niet meer zijn.

We gaan hem enorm missen. Ik hoop dat wij zijn werk net zo onverzettelijk kunnen voortzetten.

Saskia Bolten

(Foto: Hans de Lijser)