De 8 maartviering in Delft van 2008 ging gisteren over beeldvorming van vrouwen. Daarbinnen zijn subthema's uitgewerkt. Lees hier de lezing van GroenLinks wethouder Saskia Bolten over emancipatie en arbeid.

Dames en heren,

Mijn naam is Saskia Bolten. Ik ben wethouder van Financiën in Delft. Iedereen snapt dat deze wethoudersfunctie een nuttige is. Als ik aftreed, dat ben ik overigens nog niet van plan, maar als ik aftreed, dan zal de gemeenteraad liefst meteen op dezelfde dag, een nieuwe wethouder van Financiën benoemen. Oók als onze gemeente er financieel goed voorstaat.
Ik ben óók wethouder van Emancipatie in Delft. Dát ligt soms wat lastiger. Emancipatie? Spruitjeslucht. Jaren ’70. Iets uit de tijd dat vrouwen hun positie nog moesten veroveren. Als ik aftreed, zal de gemeenteraad dan óók een nieuwe wethouder Emancipatie benoemen? Het gaat toch goed met de emancipatie in Delft?

Voor een deel klopt dat inderdaad. In mijn werk als wethouder heb ik sterke vrouwen en meisjes ontmoet. Betrokken burgers van Delft. Sterke meisjes en vrouwen met een lange adem. Die de daad bij het woord voegen. Die resultaten boeken in hun strijd tegen achterstand, verkeerde beeldvorming, uitsluiting en geweld. Sterke meisjes en vrouwen met een missie! Die zich beijveren voor een plek voor iedereen! Die hun talenten gebruiken als bouwstenen voor een betere samenleving. Bouwers aan onze stad.

Er zijn vrouwen die zich als ondernemer-met-een-missie profileren. Ondernemers die met of zonder subsidies werken. Die zich – om elkaar en anderen te helpen - verenigd hebben in de stichting, Dea Dia. Zíj hebben vandaag ook feest in Filmhuis Lumen op het Doelenplein.
Er zijn vrouwen die zich onvermoeibaar voor één of meerdere doelgroepen inzetten. In het VrouwKindCentrum, als Stuurvrouw, als lid van de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit, als Bezoekvrouw, als lid van de Delftse Werkgroep Emancipatie of op een andere manier. Velen van hen zitten hier in de zaal. Het gaat dus goed in Delft. Het gaat goed met de emancipatie.

Mijn emancipatiebeleid gaat uit van empowerment: het omzetten van de kracht en kwaliteiten in invloed, zeggenschap en macht. Het gaat om de betekenis van de inbreng van meisjes en vrouwen aan de samenleving en het geven van bekendheid hieraan.
Ik wil graag dat meisjes en vrouwen zichtbaar maken dat zij méér dan aanwezig zijn in de samenleving en daarbij creatieve verbindingen weten te leggen. Dat zij sterke, betrokken personen zijn. Er bestaat meer zelfkracht, er bestaan nog meer sterke vrouwen, er bestaat nog veel meer talent in de samenleving, dan we tot nu toe zien.

Helaas bestaan er nog veel ´onzichtbare´ vrouwen. Autochtone volwassen vrouwen die niet kunnen lezen of schrijven en zich daarvoor generen. Allochtone vrouwen die zich naar mijn zin vaak te bescheiden opstellen en daardoor hun eigenheid, bagage, culturele verworvenheid en talenten niet exposeren.
Tegen hen wil ik zeggen: Empower jezelf! Verover je plek in Delft. Ga naar school, stel je op als gastvrouw en word actief. Wees een burger van onze stad, vanuit je zelfkracht, vanuit je eigenheid!

Op 8 maart 1908 demonstreerden in New York duizenden textielarbeidsters. Zij eisten betere werkomstandigheden, een kortere arbeidsdag, gelijkere verdeling van betaald werk tussen mannen en vrouwen, vrouwenkiesrecht en afschaffing van kinderarbeid. Twee jaar later besloot de Internationale Socialistische Vrouwenconferentie in Kopenhagen om ieder jaar een internationale vrouwendag te organiseren.
In de bijna honderd jaar die daarop volgden, is doorgevochten voor gelijkere verdeling van betaald werk en zorgarbeid tussen mannen en vrouwen, voor vrouwenkiesrecht, voor zelfbeschikking over je eigen lijf, tegen geweld in het gezin, tegen vrouwenhandel en nog meer. Het is een strijd van lange adem.

Ook in Delft. Er is nog geen gelijke verdeling van betaald werk en zorgarbeid tussen mannen en vrouwen. Vorig jaar hadden we in deze stad zo’n 2700 mensen met een bijstandsuitkering. 1500 vrouwen en 1200 mannen. Ongeveer 600 bijstandsgerechtigde vrouwen in Delft zijn alleenstaande moeder. En zo’n 30 mannen met een bijstandsuitkering zijn alleenstaande vader. Ongeveer 2000 kinderen in onze stad groeien op in een gezin met een laag inkomen.

Daarom vind ik in het emancipatiebeleid economische zelfstandigheid zo’n belangrijk doel. Niet alleen voor mensen mét, maar ook voor mensen zónder uitkering. Volgens mij moeten mensen hun werk of opleiding niet opgeven als ze trouwen of kinderen krijgen. Als overheid wil ik faciliteren dat zij blijven meedoen en zich blijven ontwikkelen. En voor wie wil terugkeren naar werk of een opleiding stellen wij het hele gemeentelijke arsenaal aan reïntegratiemiddelen beschikbaar. Begeleiding, scholing en opleidingen, kinderopvang, zo mogelijk ook buiten kantooruren, en andere voorzieningen. Ik weet zeker dat veel vrouwen mee willen doen om hun perspectieven te vergroten. Ook herintreedsters en weduwen. Aan deze vrouwen zou ik willen zeggen: Empower jezelf! Verover je plek in Delft.

Vorig jaar hebben dertig Delftse vrouwen op mijn uitnodiging emancipatieonderzoek. gedaan in Delft. In hun rapport “Delftse Vrouwen aan Zet” gaan ze in op het onderwerp beeldvorming. Daar kunnen we met ons allen wel wat aan doen. We kunnen vrouwen in het zonnetje zetten als ze projecten doen met een breed maatschappelijk bereik. En daarmee bedoel ik dat zij met meer bezig zijn dan alleen hun eigen doel en doelgroep. We kunnen ze eren als ze substantiële invloed hebben op de omgeving. En als ze continuïteitperspectief hebben. Dus structurele effecten sorteren. Zelf vind ik het ook van belang dat mensen betaalde werk combineren met vrijwilligerstaken. En dat zij niet voor alles bij de overheid aankloppen. Dat ze middelen weten te verwerven op eigen kracht. Dat kan. Als de ideeën maar oorspronkelijk zijn. Of anders gezegd: meer dan ´13 in een dozijn´.

Voor de beeldvorming kunnen we gebruik maken van rolmodellen en ambassadeurs. Zoals de vrouwen aan wie ik vorig jaar een certificaat kon uitreiken omdat ze als volwassenen hebben leren lezen en schrijven en daarna op hun werk de al lang verdiende promotie konden maken. Zij zijn ambassadeurs voor het lezen geworden. Hun verhalen zijn aanstekelijk voor anderen die nu nog niet durven uit te komen voor hun analfabetisme.
Of zoals de vrouwelijke alumni van alle studierichtingen van de TU Delft, die met veel enthousiasme in het bèta-technische beroepenveld werken. Zij zijn degenen die meisjes op HAVO/VWO kunnen stimuleren te kiezen voor een Natuur/Techniekprofiel of een bèta/technische vervolgopleiding.

Rolmodellen en ambassadeurs doorbreken negatieve beeldvorming.
Ze helpen ons bij het streven naar structurele empowerment.

Meisjes en vrouwen die hun eerste stappen op de participatieladder hebben gezet, meisjes en vrouwen die met kleine activiteiten zijn begonnen, meisjes en vrouwen die aan de weg timmeren. Al deze meisjes en vrouwen willen wij aanmoedigen door te groeien naar koplopersposities.

Wij geloven er sterk in dat al deze mensen verder komen met hun participatie en emancipatie als zij naast gebruik te maken van hun eigen kracht, ook voorbeeldfuncties en rolmodellen voor handen hebben, waarmee zij zich kunnen identificeren.

Een rolmodel voor mij is een oud PvdA kamerlid, Corry Tendeloo. Ongeveer 50 jaar geleden diende zij een motie in tegen de regeling in het ambtenarenrecht, waardoor gehuwde vrouwen geen ambtenaar mochten zijn. Deze discriminerende bepaling, die in 1937 is ingesteld, is in 1957 gelukkig weer geschrapt. Corry Tendeloo was toen al dood, ze overleed in 1956 aan kanker.
Eerlijk gezegd had ik tot eind vorig jaar nog nooit van Corry Tendeloo gehoord. Toen stelde de Delftse Emancipatiewerkgroep voor dat om excuses aan te bieden voor die regeling in het ambtenarenrecht. Omdat ik meer van de achtergrond van dit voorstel wilde weten kwam ik erachter dat Corry op haar vijfde jaar haar vader verloren heeft aan typhus. Haar moeder had geen betaald werk. Er waren nog twee kleine kinderen. De te vroege dood van haar vader en de moeilijkheden die daardoor voor haar moeder te overwinnen waren, vormen een belangrijke oorzaak van de latere inzet van Corry Tendeloo voor de rechten van vrouwen.

De regeling die ook de Delftse Werkgroep Emancipatie aan de kaak stelde, was een overheidsregeling die veel alleenstaande moeders, hun kinderen en kleinkinderen in grote moeilijkheden heeft gebracht. Geen werk, weinig inkomen, armoede van generatie op generatie.

De afwezigheid van gehuwde vrouwen in het ambtelijk apparaat heeft in mijn ogen tot nog iets anders geleid. Uit publicaties leid ik namelijk drie oorzaken af, waardoor vrouwen nog onvoldoende doorgroeien naar koplopersposities:

  1. de pipeline theory
  2. eigen keuzes van vrouwen
  3. ongelijke kansen.

Over de eerste twee oorzaken wil ik hier kort zijn.
Volgens de pipeline theory maken vrouwen nog te kort carrière. In het ambtelijk apparaat zijn ze pas weer na 1957 ingestroomd. Ze hebben tijd nodig om door te stromen. Ze zitten als het ware nog in de pijplijn.
Door eigen keuzes die vrouwen maken, kunnen zij zelf hun carrière in de weg staan. Zij vinden bijvoorbeeld de inhoud van het werk vaak belangrijk, terwijl voor mannen het niveau van het werk voorop staat. Vrouwen werken vaker in deeltijd dan mannen. Dit bemoeilijkt een carrière.

Op de theorie van de ongelijke kansen wil ik hier wat dieper ingaan. Deze theorie komt erop neer dat vrouwen niet in de organisatiecultuur passen. Mannen zijn manager. Zij stellen de eisen. Deze eisen zijn op mannen toegesneden. Aan vrouwen toegeschreven eigenschappen, zoals gevoel, contactrijkdom, etcetera worden in de theorie van ongelijke kansen niet als relevant beschouwt. Mannen profileren zich als rotsen in de branding. Zij zijn te vertrouwen en geloofwaardig. Deze eigenschappen scoren beter dan die van vrouwen.
Je zou kunnen stellen dat er een verband bestaat tussen het aantal vrouwen in de top en de organisatiecultuur en dat in zo’n situatie vrouwen in de subtop vaker negatieve verwachtingen hebben dan mannen. Om zich thuis te voelen in een organisatie moeten mensen zich daaraan aanpassen. Door dit proces ontstaat er eenheid tussen mensen ondanks de individuele verschillen. Dit gebeurt alleen als bepaalde mensen wel aan de organisatie gebonden worden, terwijl anderen – degenen die niet passen – uitgesloten of geïsoleerd worden. Tussen 1937 en 1957 overkwam dat dus gehuwde vrouwelijke ambtenaren. Daarna namen zittende mensen – mannen dus - nieuwe mensen aan en bepaalden zij wie wel en niet zou promoveren. De organisatiecultuur draagt dus in sterke mate bij aan het glazen plafond. Hoe hoger in de organisatie, hoe homogener de groep.

Hoe kunnen vrouwen nu het glazen plafond tot barsten brengen? Welke strategie tot veranderingen zal wel werken? De sleutel zit volgens mij in de ontwikkeling van groepen met excuus-Truzen naar groepen met meerderheden en minderheden, naar gebalanceerde groepen.
Ik denk dat vrouwen meer kans krijgen om hogerop te komen als managementteams gebalanceerde groepen worden. Dat betekent dat meer vrouwen moeten solliciteren naar hogere functies. Het zijn vaak de mannen die in sollicitatiecommissies deelnemen. Daarom dienen vakbonden en ondernemingsraden zich nadrukkelijk uit te spreken over de gewenste doorstroming van vrouwen. Regels in de trant van: bij gelijke geschiktheid kiezen we een vrouw, belemmeren de doorstroming, zolang vooral mannen de eisen stellen. Regels in de trant van: bij voldoende geschiktheid kiezen we een vrouw bevorderen de doorstroming.

Een structurele aanpak om gebalanceerde groepen en doorstroming te realiseren, zie ik in het analyseren van de cultuur van organisaties en het formuleren van een gewenste situatie. Zo kunnen de zichtbare en onzichtbare belemmeringen voor vrouwen in kaart worden gebracht en vervolgens via een systematische aanpak weggenomen worden. In zo’n analyse kunnen praktische en competentie-aspecten aan bod komen, zoals de werktijden, de eis tot permanente beschikbaarheid en het belang van netwerken versus de aanwezigheid op alle momenten van de dag. Competenties kunnen ontwikkeld en versterkt worden door aanbod en tijd voor scholing en coaching en ondersteuning door andere vrouwen met meer ervaring. Bijvoorbeeld in netwerken. Er zijn in Delft al verschillende netwerken van vrouwen ontstaan.

Scholing en coaching zijn van eminent belang om vrouwen te helpen het glas te doorbreken. Scholing helpt vrouwen aan de zekerheid dat ze zinnig bezig zijn. Coaching is een instrument waardoor vrouwen hun ambities beter leren kennen en het helpt hen vervolgens om zich beter te positioneren. Tegelijkertijd kunnen vrouwen problematische situaties doorspreken met hun coach waardoor ze onnodige kwetsbaarheid kunnen vermijden.

Dames en heren, de gemeente streeft naar structurele empowerment. Zoals ik aangegeven heb, maken we daar een proces voor door. Van bewustwording, naar belangenbehartiging en participatie. Van emancipatie naar wederzijdse integratie in betaald werk en zorgarbeid. De gemeente wil daar aanzetten voor in de praktijk brengen, omdat wij het belangrijk vinden dat alle burgers, vrouw en man, zwart en wit, oud en jong, zich bewust zijn van het tweezijdige karakter van emancipatie en integratie.