Nog tot 15 oktober kan er gereageerd worden op de plannen voor een hoogspanningsverbinding die bovengronds moet gaan lopen langs Tanthof. Een drukbezochte informatieavond van het actiecomité ‘Delft zegt NEE tegen bovengronds 380 kV’ maakte duidelijk dat veel Delftenaren zich zorgen maken.
De Tweede Kamer commissie voor economische zaken behandelt op 5 november de plannen van het ministerie van EZ en netbeheerder Tennet voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding tussen Beverwijk en Wateringen. Deze nieuwe verbinding moet vanaf 2011 de levering van elektriciteit in de Randstad garanderen.
In de Planologische Kernbeslissing heeft het kabinet de voorkeur uitgesproken voor een tracé dat langs de wijk Tanthof loopt. Gemeente, bewoners en milieuorganisatie zijn het hier niet mee eens. De gemeente riep al eerder op tot het maken van bezwaar op de milieueffectrapportage, en GroenLinks riep de eigen tweede kamerfractie op tot steun aan het verzet. Zie het nieuws van 29 april.
De gemeente roept nu ook bewoners op te reageren op de Planologische Kernbeslissing.
De stukken zijn in te zien bij de Publieksbalie van de gemeente aan de Phoenixstraat 16.
Reageren op de pkb Randstad 380kV kan schriftelijk bij:
de griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, mevrouw drs. M.C.T.M. Franke, Tweede kamer der Statengeneraal, Postbus 20218, 2500 EA Den Haag. Of via e-mail: cie.ez@tweedekamer.nl
Informatieavond
Op de informatieavond van het actiecomité ‘Delft zegt NEE tegen bovengronds 380 kV’ luisterden 150 bewoners uit vooral Tanthof en Buitenhof naar prof. dr. Lucas Reijnders over de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van de geplande hoogspanningsleiding en ir. Wessel Bakker over de technische en financiële voor- en nadelen van boven- en ondergrondse leidingen. Naast gemeenteraadsleden en bewoners waren op de avond ook delegaties aanwezig uit Zoetermeer, Oostzaan en Maarssen. Ook de burgemeester van Oostzaan de heer P.Mohlmann was aanwezig.
Het persbericht van het actiecomité geeft een goed verslag van de informatie op deze avond.
De procedure
De voorzitter van het actiecomité ir. Lucas Meijer vertelde kort hoe het comité begon met het ophalen van duizenden handtekeningen in de wijken Tanthof en Buitenhof. Inmiddels hebben ook de gemeente Delft en Midden-Delfland zich uitgesproken voor een ondergrondse aanleg. Meijer riep de gemeenten op gezamenlijk druk uit te oefenen op kabinet en Kamer vóór een ondergronds alternatief. Op 5 november wordt de tracékeuze behandeld in de Vaste Commissie voor Economische Zaken met minister Van der Hoeven. Na behandeling in de hele Tweede Kamer stelt het kabinet het tracé vast. Tegelijkertijd loopt al het zogenaamde milieuonderzoek (MER) naar de te kiezen alternatieven binnen het tracé. Daarbij gaat het vooral om de keuze tussen ondergronds en bovengronds.
Corona-effect en fijn stof
Uit eerder wetenschappelijk onderzoek was al bekend dat er een relatie was tussen leukemie bij kinderen en hoogspanningsleidingen. Recenter onderzoek wijst op een nieuwe bedreiging voor de volksgezondheid. Lucas Reijnders legde uit dat er internationaal onderzoek is gedaan naar het zogenaamde corona-effect. Dit houdt in dat het elektromagnetisch veld van hoogspanningsleidingen fijn stof in de lucht van een elektrische lading kan voorzien. Fijn stof wordt daardoor geïoniseerd en blijft beter ‘plakken’ aan de huid en vooral in de longen. Dit geeft een verhoogde kans op huid- en longkanker.
Door de overheersende zuidwestenwind gaat dit corona-effect vooral optreden in Tanthof en Buitenhof binnen een benedenwindse afstand van enkele honderden meters van de leidingen. Een voorzichtige schatting is dat in dit gebied sprake zal zijn van een toename van 20% tot 60% van de afzetting van geïoniseerd fijn stof als gevolg van het elektromagnetisch veld. Delft en Midden-Delfland kennen toch al een hoge druk van fijn stof. De combinatie van de A4 en de bovengrondse leiding zal het corona-effect versterken.
Reijnders benadrukte dat hoe kleiner de deeltjes, des te gevaarlijker, omdat zij gemakkelijk ver in het lichaam kunnen doordringen. Verder onderzoek vindt nog plaats naar het effect op andere vormen van kanker. Reijnders vond dat hier het voorzorgsprincipe moet worden toegepast, wat zou betekenen dat de hoogspanningskabels in verband met de te vermijden effecten beter onder de grond kunnen worden geplaatst.
Professor Reijnders vreesde dat het gezondheidsaspect onvoldoende in het milieuonderzoek (MER) van het kabinet wordt meegenomen.
Ondergronds biedt veel voordelen
Wessel Bakker gaf uitleg over de financiële en technische aspecten van ondergrondse en bovengrondse aanleg. Naarmate de kabel langer is wordt ondergrondse aanleg goedkoper en komt dan in de buurt van de kosten van bovengrondse aanleg. Bij grote afstanden is het zelfs goedkoper. Ondergronds biedt echter nog veel meer voordelen, zo stelde hij.
In de eerste plaats is er geen sprake meer van gezondheidsbedreigende straling, dus geen corona-effect. Verhoogde kans op leukemie bij kinderen en huid- en longkankerrisico’s verdwijnen. Tweede voordeel is het ruimtebeslag. Bovengronds vergt 100 tot 300 meter tegen ondergronds 4 tot 15 meter. Dit betekent dat de trajectkeuze veel flexibeler kan zijn. Tevens hoeven er minder of geen gebouwen of woningen te worden gesloopt, hetgeen minder planschade betekent.
Er is geen horizonvervuiling meer, dus geen aantasting van waardevolle landschappen. De geluidshinder bij regen en mist valt weg, geen ijsafzetting en geen vogels die tegen de kabels vliegen.
Als laatste wees hij op het feit dat omwonenden veel minder moeite hebben met een ondergrondse kabel. Hierdoor zullen er veel minder bezwaarschriften zijn. In een dichtbevolkt land als Nederland scheelt dat veel tijd in de procedure en dus in de kosten.
Het bedrijf waarvoor hij werkt heeft onder andere in Australië in een groot natuurgebied ondergrondse kabels over een lengte van 180 kilometer aangelegd. Hiervoor hebben ze meerdere natuur- en milieuprijzen gewonnen.
Er is wel een verschil in prijs tussen twee verschillende soorten ondergrondse kabels, namelijk wisselstroom en gelijkstroom. Gelijkstroom is vooral geschikt voor de langere trajecten. In dit geval dus voor het deel tussen Zoetermeer en Beverwijk. Wisselstroom is duurder dan gelijkstroom, maar op korte trajecten, zoals tussen Zoetermeer en Wateringen, weer goedkoper.
Zijn eindconclusie was dat de techniek van de ondergrondse hoogspanningsleidingen superieur is aan die van de bovengrondse masten. Tevens worden enorm veel maatschappelijke kosten bespaard. Er blijven eigenlijk geen argumenten over voor een bovengrondse aanleg.