Delft is een kennisstad. Logisch, toch? Gevoelsmatig lijkt dit inderdaad een logische combinatie. Uit een onderzoek van de Delftse Rekenkamer blijkt echter dat Delft Kennisstad niet automatisch een succesvolle combinatie is. Sinds de jaren '90 van de vorige eeuw wordt er gewerkt aan Delft Kennisstad. In termen van economische groei en werkgelegenheid heeft het beleid nog niet veel opgeleverd.
Cruciale voorwaarde voor het slagen van Delft als kennisstad is samenwerking. En die was in het verleden tussen alleen al de gemeente en de TU niet zo goed. Het afgelopen jaar blijkt daar verandering in te zijn gekomen. Bij het debat in TOP over de Technologisch Innovatieve Campus van woensdag 30 maart blijkt dat alle partijen nu enthousiast met elkaar samenwerken. Niet alleen in Delft maar in de hele regio; van Leiden tot Rotterdam. Mede door de bezuinigingen waar iedereen mee te maken heeft, is samenwerking nu noodzakelijker dan ooit.
De Delftse Rekenkamer concludeert in haar rapport dat er al veel verbeterd is ten opzichte van 2005, toen ze ook het beleid rond Delft Kennisstad onderzocht heeft. Extra economische groei of werkgelegenheid heeft het echter nog niet opgeleverd. De Rekenkamer concludeert ook dat de keus voor Delft Kennisstad verstandig was. GroenLinks vindt dat ook, maar er moet wel wat gebeuren. Er rust een grote verantwoordelijkheid op het college om duidelijk te maken wat de maatschappelijke effecten zijn van het kennisstadbeleid en het geld dat de gemeente daaraan uitgeeft. Er moet ook seriues gewerkt worden aan draagvlak bij inwoners en bedrijven in Delft. Laat bijvoorbeeld zien hoe projecten uit de Medical Delta kunnen helpen bij het oplossen van problemen in de gezondheidszorg of de WMO. Laat zien hoe projecten uit de Clean Tech Delta kunnen helpen Delft duurzamer en gezonder te maken. Vraag om social return aan bedrijven die zich hier vestigen zodat hun verbondenheid met Delft en de regio verstevigd wordt. Alleen dan is er een blijvend draagvlak om in de kenniseconomie te blijven investeren.