In de commissie Ruimte en Verkeer is dinsdag gesproken over de ambities die Delft heeft als het om de openbare ruimte gaat. GroenLinks pleitte voor het betrekken van partners in de stad (o.a. bewonersorganisaties en corporaties) bij de plannen. Helaas haalde het voorstel net geen meerderheid.

De nota, die ter informatie naar de raad is gestuurd, gaat over de ambities die Delft heeft met haar openbare ruimte (straten, grachten, plantsoenen, parken, pleinen, etc.). In de nota worden keuzes gemaakt, die verder zullen worden uitgewerkt in een visie met een uitvoeringsprogramma. Een aantrekkelijke en functionele openbare ruimte is van groot belang voor de stad - voor bewoners en bezoekers.

GroenLinks kan zich vinden in de ambities. Er is veel aandacht voor ecologie, duurzaamheid, groen, groene langzaamverkeerroutes en betere verbindingen in de stad. Delft streeft naar vergroting van het aantal m2 groen, o.a. door meervoudig grondgebruik. De ruimte voor parkeren heeft de laatste jaren veel ruimte ingenomen, vaak ten koste van groen. Deze nota wil dit tij keren en kiest voor innovatieve parkeeroplossingen en multifunctioneel gebruik van de openbare ruimte in de stad.

De openbare ruimte wordt bij uitstek gezien als ontmoetingsplek. De straten, wegen, parken en pleinen moeten uitnodigend, prettig en toegankelijk zijn, zodat je er kunt spelen, praten en wandelen.

In het verdere traject is alleen in formele inspraak voorzien. GroenLinks vindt inrichting, beheer en gebruik van de openbare ruimte nu typisch een onderwerp waarover je de gebruikers moet raadplegen. Daarom hebben we tijdens de vergadering gepleit voor het actiever betrekken van bewonersorganisaties bij het maken van de visie en het uitvoeringsprogramma. Helaas kregen we er de handen net niet voor op elkaar en steunde een grote minderheid (Stadsbelangen, CDA, SP, D66 en LD) ons voorstel. PvdA, VVD, Stip en CU/SGP waren tegen.

De wethouder stond echter positief tegenover het betrekken van de partners in de stad (o.a. bewonersorganisaties, woningcorporaties) bij het verdere proces en gaat er over nadenken hoe dat vorm te geven.

Vol verwachting kijken we uit naar het vervolg. Uiteindelijk gaat het toch om de consequenties die een dergelijke visie gaat hebben voor inrichting en beheer.