Kort na de oprichting van GroenLinks is vanuit de afdeling Delft op voorstel van ATD Vierde Wereld, mensenrechtenbeweging van en met de armsten in rijke èn arme landen, keer op keer bij landelijke verkiezingen gepleit voor een Nederlands mensenrechteninstituut, dat jaarlijks rapporteert hoe het in Nederland is gesteld met de mensenrechten in Nederland.

 

door Henri van Rijn, lid van GroenLinks

Bij elk nieuw landelijk verkiezingsprogramma moest steeds opnieuw dit voorstel als amendement worden ingebracht en werd het ondanks jarenlange negatieve adviezen van het partijbestuur, door de GroenLinks-congressen geaccepteerd. Ondertussen is van meer kanten voor zo'n mensenrechteninstituut gepleit en eindelijk is dan op 2 oktober 2012 in Nederland een ‘College voor de Rechten van de Mens’ van start gegaan. Dat is 25 jaar nadat er al sinds 1987 in Frankrijk voor de Franse situatie de 'Commission Nationale Consultative des Droits de l'Homme' is, waaraan ATD Vierde Wereld als lid actief deelneemt. Helaas wordt grote armoede als schending van de mensenrechten door het Nederlands College nog niet als prioriteit gezien. Op 2 oktober somde slechts één van de 12 collegeleden, Kathalijne Buitenweg, armoede op als aandachtspunt in de realisatie van de mensenrechten in Nederland. Veel dank aan de afdeling GroenLinks Delft voor de aanhoudende steun voor de komst van het mensenrechteninstituut om ook de mensenrechten in Nederland kritisch te doen volgen en aan te doen pakken. Als àlle mensenrechten in Nederland werkelijk voor àlle inwoners inhoud krijgen zal er geen grote armoede meer zijn. Wij hebben dus nog veel werk te doen temeer daar velen in Nederland nog niet zien dat zo'n 4 à 5% van de inwoners van Nederland al generatieslang in armoede zit gevangen en daar alleen uitkomt als anderen in hen geloven en terzijde staan. (zie de publicaties: 'Armoede: noodlot of onrecht?' en 'Het pauperparadijs')


Internationaal heeft ATD al meer bereikt. Père Joseph Wresinski (1917-1988), oprichter van ATD Vierde Wereld, sprak in februari 1987 in Genève de Commissie voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties (V.N.) toe. Hij bepleitte grote armoede als schending van mensenrechten aan te merken en de toepassing van mensenrechten als één ondeelbaar geheel te beschouwen. Zijn vragen leidde tot het aannemen van twee resoluties door de V.N.-Mensenrechtencommissie op 2 maart 1989. De Commissie sprak allereerst uit dat bredere kennis nodig is van de oorzaken van extreme armoede, voordat effectieve maatregelen kunnen worden genomen om de Rechten van de Mens en Vrijheden van de Mens te verwezenlijken. In unaniem aangenomen resoluties bevestigden de V.N., dat extreme of grote armoede een aanslag betekent op de menselijke waardigheid, en daarom urgente acties vraagt,  nationaal en internationaal, om haar te beëindigen. (Resolutie 1). De Commissie vestigde vervolgens de aandacht van de Algemene Vergadering van de V.N. en van alle organisaties van de V.N. op de tegenstelling van het bestaan van situaties van extreme armoede en maatschappelijke uitsluiting, die moeten worden bestreden, en de opdracht de Rechten van de Mens tot totale gelding te brengen. (Resolutie 2). Toegezegd is dat de V.N.-Commissie zelf jaarlijks de bestrijding van extreme armoede op wereldschaal zou bezien. Verwijzend naar de toespraak van Père Joseph  Wresinski in 1987 heeft een sub-commissie van de V.N.-Mensencommissie op 29 augustus 1996 een rapport aangenomen inzake "Rechten van de Mens en Extreme Armoede', waarin wordt uitgegaan van het leven van de armsten in arme èn rijke landen. Ook dit jaar bevestigde de Mensenrechtencommissie in Genève nog eens, dat grote armoede overal een ernstige schending van de mensenrechten is en wij allen ons moeten inzetten om daaraan een einde te maken. Nu moet Nederland zelf nog ook in eigen land de generatieslange armoede als een prioriteit in zijn beleid te zien en aan te pakken.

Henri van Rijn

permanent volontair ATD Vierde Wereld

coördinator van Fonto, centrum voor de geschiedenis van de armsten in Europa