GroenLinks wil een betere samenwerking tussen burgers en gemeente. Dat wil zeggen mensen eerder betrekken bij ontwikkelingen in de stad, minder formulieren en meer persoonlijk contact.

De gemeente moet goed naar de inwoners van Delft luisteren, ze goed informeren en ze betrekken bij belangrijke plannen. Het in een vroeg stadium betrekken van burgers bij de ontwikkeling van plannen vergroot het draagvlak en leidt vaak tot betere oplossingen.

GroenLinks pleit voor beginspraak - inspraak in een zo vroeg mogelijk stadium. Bewoners praten mee over (ruimtelijke) ontwikkelingen in hun buurt. Kinderen praten mee over de inrichting van speelruimte. Jongeren hebben inbreng in de programmering van het wijkcentrum.

Inspraak houdt overigens niet op na besluitvorming over een plan. De gemeente betrekt haar inwoners ook actief bij de uitvoering en handhaving.

Maar het gaat niet alleen om de samenwerking tussen gemeente en burgers. Ook over de samenwerking tussen de gemeente en maatschappelijke organisaties. Partijen in de stad staan nog te vaak tegenover elkaar of werken langs elkaar heen. Dit moet en kan beter.

GroenLinks wil meer ruimte voor het eigen initiatief van organisaties en de samenwerking in de stad bevorderen. Een goed voorbeeld van dat laatste is het Pact tegen Armoede – een netwerk van mensen, bedrijven en organisaties die vinden dat elke Delftenaar telt. De gemeente kan niet alles alleen en heeft het maatschappelijk middenveld hard nodig.

De overheid bepaalt niet als enige wat er in de stad gebeurt, maar geeft samen met haar burgers kleur aan de stad, zodat meer draagvlak voor plannen ontstaat en meer creativiteit om mee te denken. Daarbij moeten we leren vertrouwen op elkaar. Het is vooral leuk en leerzaam om, rekening houdend met de verschillende belangen, elkaars kennis te benutten voor een betere, mooiere stad.