Naar aanleiding van een bouwplan aan de Rotterdamseweg 13 is GroenLinks zich eens gaan verdiepen in het hele traject van de uitgebreide procedure met ruimtelijke onderbouwing. Voor dat plan wordt een vergunning afgegeven voor bouwen in een tuin, ondanks dat de regels in het bestemmingsplan dat niet toelaten. Met medewerking van de gemeente is de bouw van twee woningen voorbereid en wordt gemotiveerd waarom van het bestemmingsplan is afgeweken. Het plan is in de Commissie Ruimte & Verkeer aan de raad voorgelegd voor een verklaring van geen bedenkingen (VVGB). GroenLinks heeft daar enorm veel moeite mee.
GroenLinks komt tot de conclusie dat het heel lastig is om een plan dat al een jarenlang proces heeft doorlopen en vervolgens voor een VVGB aan de raad wordt voorgelegd even in één week te beoordelen. Dan ben je geneigd, zoals wij dat in de commissie deden, vanuit je onderbuik te reageren. Bouwen in een tuin, een tuin die expliciet bestemd is voor uitsluitend tuin. Dat willen we niet! Daar komt bij dat we de afgelopen maanden nog twee gevalletjes van bouwen in het groen hebben gehad; de Bagijnestraat en de Fruittuinen. In het eerste geval was al een vergunning verleend, maar is de gemeente inmiddels alsnog door een rechter teruggefloten. In het geval van de Fruittuinen heeft GroenLinks de initiatiefnemer via een amendement zover kunnen krijgen om een natuurvriendelijke oever te maken daar waar hij een terras had gepland.
Maar eerlijk is eerlijk; bij de Rotterdamseweg zien wij ook dat de initiatiefnemer er alles aan heeft gedaan om een goed plan te maken. Het is een duurzaam en klimaatadaptief bouwplan, mede door de adviezen van onze stadsecoloog. De ruimtelijke onderbouwing concludeert dat het plan past binnen de regels van de wet. Het is dus een juridische afweging die de raad moeten maken, waarbij zij haar oordeel heel goed moet kunnen onderbouwen. Met andere woorden: zijn er gegronde bezwaren aan te wijzen die bij de rechter stand houden? En zelfs als we een politieke keuze maken, dan nog is een overtuigende juridische motivatie die standhoudt bij de rechter een noodzaak. In dat opzicht is GroenLinks heel erg benieuwd hoe het college omgaat met de bedenkingen die in de commissie zijn geuit met betrekking tot hittestress en wateroverlast. Voor GroenLinks zijn dat zwaarwegende factoren om mee te wegen in het uiteindelijke besluit.
De vraag die ons eigenlijk nog het meest bezig houdt is: hoe heeft het zo ver kunnen komen? Op welk moment is er door de mazen van de wet gezwommen zonder weg terug? Is er door het college besloten om mee te werken aan dit initiatief? Of zijn er toezeggingen door ambtenaren gedaan? In welk stadium was dat, en onder welke voorwaarden? Hoe kan dit gebeuren zonder dat de gemeenteraad er grip op heeft?
Het zou goed zijn om dat eens helder te krijgen.
GroenLinks heeft het college gevraagd, om samen met de raad de uitgebreide procedure met ruimtelijke onderbouwing onder de loep te nemen en binnen dat proces te zoeken naar benodigde aanpassing van afspraken hierover. Want als straks de omgevingswet in werking treedt, met ruimere kaders en minder regels, dan wordt de invloed van de raad alleen maar kleiner. Sterker nog; in de nieuwe wet wordt de goedkeuring van dergelijke plannen een collegebevoegdheid.
Het onderwerp zal in de raadswerkgroep omgevingswet besproken worden. Het is belangrijk om precies te weten wat de rol van de raad is in dit soort procedures. Het plan Rotterdamseweg 13 is in dat geval een interessante casus om te behandelen. Met de toezegging van de wethouder om daarbij te ondersteunen kunnen we wellicht voor de toekomst procesafspraken maken om ongewenste situaties, zoals bouwen in een tuin, te voorkomen.