Delft wil het vergunnen en toezichthouden in het bouwproces vernieuwen. Zal deze deregulering leiden tot meer werk voor de (rijdende) rechter in Delft?

Heel recent stuurde het college van Burgemeester en Wethouders de raad een brief met als onderwerp Vernieuwing van de bouwregelgeving. Daarin schrijft het college dat Delft samen met een aantal andere gemeenten en het Ministerie van Binnenlandse Zaken het initiatief heeft genomen om de gemeentelijke praktijk van vergunnen en toezichthouden in het bouwproces ingrijpend te vernieuwen. Achterliggende gedachte is dat de overheid een stap terug doet in haar afhandeling van het proces van vergunnen en in de toezichthoudende rol.

Volgens de betrokkenen is dat noodzakelijk om de rol van de overheid, die alles controleert en voor alles (eind)verantwoordelijk is, te veranderen. Het Delftse college is van mening dat bouwers en eigenaren eerstverantwoordelijk zijn en die verantwoordelijkheid ook heel goed kunnen dragen. Dat past ook goed in het ideaalbeeld van Delft als regiegemeente.

Delft en Zoetermeer concentreren zich als pilotgemeenten op het project vereenvoudiging van het toetsings- en indieningskader voor lichte bouwactiviteiten. Daarbij gaat het om 'bijbehorende bouwwerken' zoals dakkapellen, uitbouwen, dakopbouwen en bergingen. Om tot die vereenvoudiging te komen moet nationale en lokale regelgeving gewijzigd worden. Die wijzigingen moeten ertoe leiden dat zowel de melder als zijn omgeving zelf kunnen toetsen én ook dat voldoende ruimte wordt geboden voor veel voorkomende, lichte bouwplannen. Als een licht bouwplan binnen het toetsingskader blijft, is de melding van toepassing met een eenvoudige procedure en minder indieningsvereisten. De gemeente zal o.a. bestemmingsplannen en het welstandsbeleid aanpassen.

Bovenstaande klinkt mooi. Toch is het de vraag of het zo gaat werken. Afgelopen week werd onze fractie benaderd door een bewoner van de Hof van Delft. Hij stuurde een brandbrief over de bemoeienis van een aantal omwonenden met de uitbreiding van de buurtsupermarkt. De omwonenden betwisten de uitvoering van de afgeronde uitbreiding van de supermarkt. Volgens hen zijn de daken hoger en wijkt de nieuwe opbouw erg af van wat is toegestaan in de bouwvergunning. Bovendien zijn zij van mening dat niet is voldaan aan de eisen ten aanzien van geluidsisolatie en brandwering. De omwonenden vinden dat de gemeente slecht met hen communiceert, onvoldoende controleert en niet handhaaft. Na lang aandringen heeft de gemeente bijvoorbeeld laten weten dat de nieuwe opbouw inderdaad te hoog en verkeerd is geplaatst, maar de gemeente handhaaft niet.

In de nieuwe situatie, als het toetsings- en indieningskader voor lichte bouwplannen is vereenvoudigd, wordt veel vertrouwen gesteld in eigenaren en bouwers. Bouwende partij en omwonenden zullen er samen uit moeten komen. De kans is groot dat dit leidt tot werk voor de (rijdende) rechter.